Vier jaar cel voor Syriëganger

De rechtbank in Rotterdam heeft de 22-jarige Mohammed A. veroordeeld tot vier jaar cel. Hij is schuldig bevonden aan het voorbereiden van een gewapende overval. Als die overval was geslaagd, was de buit bestemd voor de jihad in Syrië. De rechter merkt dit aan als een "ernstig terroristisch misdrijf", omdat jihadistische groepen in Syrië zich op grote schaal schuldig maken aan ernstige mensenrechtenschendingen.

Tegen de Delftenaar van Somalische afkomst was vier jaar geëist, waarvan een jaar voorwaardelijk. De rechtbank acht bewezen dat hij in 2013 Syrië is geweest voor de strijd en daar ook heeft gevochten.

A. werd aangehouden na een undercoveroperatie. Hij zou op weg zijn geweest om een gewapende overval te plegen in de haven van Scheveningen. In de auto waarin hij zat vond de politie drie vuurwapens en munitie.

De inlichtingendienst AIVD had de politie getipt dat de man aan geld probeerde te komen om daarmee bij te dragen aan de internationale jihad.

Aanslag op Wilders

Mohammed A. heeft ook met anderen gesproken over een plan voor een aanslag op Geert Wilders, zegt het Openbaar Ministerie. Maar omdat er geen bewijs is gevonden dat hij zo'n aanslag voorbereidde stond hij daar niet voor terecht.

A. heeft zelf tijdens het proces overigens niets over de afgeluisterde gesprekken over de aanslag willen zeggen.

Hij heeft ook ontkend dat hij heeft gevochten in Syrië. Volgens hem was hij een half jaar in Turkije en heeft hij humanitaire hulp gegeven in het grensgebied tussen Syrië en Turkije. Maar de Vlaamse Syriëganger Jejoen Bontinck stelt dat hij A. in een kamp van terreurbeweging IS heeft ontmoet. Beide mannen zaten daar samen een dag in een cel wegens het niet opvolgen van bevelen, zegt Bontinck.