In Rotterdam schrijven ze nieuwe regels voor opera

• Karin Alberts

  Verslaggever

Een twaalfpersoonsfiets met een Lets koor erop, een optreden op het Schouwburgplein, in totaal veertig huiskamerconcerten: de Operadagen Rotterdam zijn begonnen. Tien dagen lang experimenteren moderne muziektheatergezelschappen met nieuwe vormen van opera.

Dat gebeurt soms op onverwachte plekken. Zo staat gelegenheidsformatie Nieuwe Stemmen op vrijdagavond in de etalage van een groot warenhuis. Drie operazangeressen zingen muziek van de Italiaanse componist Claudio Monteverdi (1567-1643) met begeleiding van piano, bas en gitaar.

Klassiek en jazz vinden elkaar hier. Voorbijgangers blijven staan. "Bijzonder dit!", zegt een man. Een dame op leeftijd blijft even stil na de vraag of het haar kan bekoren. "Nee, het is niet helemaal mijn smaak."

Voor het zestal in de etalage is het kicken, vertellen ze in de pauze. Vera: "Het is helemaal te gek om dit te doen. Mensen blijven speciaal stilstaan, kinderen komen met hun neus tegen het raam staan om je te bewonderen." En hoe is het voor de bassist om opeens operazang te begeleiden? Peter: "Wat een heel groot verschil is met pop, is dat de muziek heel erg de zang moet volgen. Je moet constant meelezen en inspringen als iemand meer of juist minder tijd neemt. Dus je moet heel scherp blijven."

Avontuurlijke spirit

Het festival werd geopend door Pierre Audi, directeur van De Nationale Opera in Amsterdam. In zijn toespraak noemde hij het festival een juweeltje. "Een festival moet debat en discussie creëren. Het moet een platform zijn voor mensen die buiten de gebaande paden willen denken", zegt hij na afloop. "Bijvoorbeeld door niet voor een operahuis te schrijven maar voor op straat of voor een andere bijzondere ruimte."

Grote operacomponisten als Monteverdi en Richard Wagner deden dat ook, zegt Audi. "Zij zeiden: er zijn geen regels, we maken nieuwe regels. Die avontuurlijke geest heerst hier ook en is geweldig!"