Rutte houdt 'constructieve drie' aan afspraken
Premier Rutte verwacht dat de zogenoemde constructieve oppositie van D66, ChristenUnie en SGP zich aan de afspraken houdt. De drie partijen stoppen met hun samenwerking met de coalitie: zij hebben met regeringspartijen VVD en PvdA na dinsdag misschien geen meerderheid meer in de Eerste Kamer. Dan kiezen 570 Statenleden 75 nieuwe leden van de Eerste Kamer.
"Dat is voor mij een feit, niet hét feit. Hét feit voor mij is dat er afspraken zijn gemaakt met deze drie partijen", zegt Rutte op zijn wekelijkse persconferentie. "Van onze kant zijn wij beschikbaar om de meerjarige afspraken die al gemaakt zijn ook netjes na te komen."
Rutte benadrukte verschillende keren dat die afspraken er liggen en dat die de afgelopen jaren "hebben geleid tot het door de Kamer leiden van het grootste hervormingspakket sinds de oorlog".
Niet gedrieën
Afgelopen dinsdag nodigde minister van Financiën Dijsselbloem de fractievoorzitters van de drie partijen uit om te komen praten over de begroting. Maar die zegden de volgende dag de afspraak af.
Rutte: "Wat ze hebben gemeld is dat zij niet gedrieën langs willen komen, maar wel individueel. Wij zullen oplettend luisteren naar hun opvattingen."
Hij verwacht dat het nog steeds mogelijk is om tot meerderheden te komen, omdat er ook financiële meevallers te verdelen zijn. "Dat is altijd iets eenvoudiger en doenbaarder dan steun krijgen voor een bezuinigingspakket".
Belang
De SGP verklaarde dinsdagavond: "Het zal anders gaan dan het ging." D66-leider Pechtold zei dat het kabinet eerst maar langs moet bij CDA, SP en PVV. ChristenUnie-leider Slob stelt als voorwaarde dat de gaskraan in Groningen verder wordt dichtgedraaid.
"Als ze niet met zijn drieën willen komen maar apart is dat ook goed", zegt Rutte. VVD en PvdA moeten "in het belang van het herstelbeleid en verstandig bestuur" door met het zoeken naar samenwerking, zegt Rutte. "Wij gaan door tot maart 2017".
Bij de verkiezingen van dinsdag komt de combinatie VVD, PvdA, D66, ChristenUnie en SGP naar verwachting uit op 36 of 37 zetels terwijl er voor een meerderheid in de Eerste Kamer 38 nodig zijn.
