Bussemaker laat register topvrouwen los

Minister Bussemaker stopt na de zomer haar directe bemoeienis met de databank voor topvrouwen die zij samen met werkgeversorganisatie VNO-NCW heeft opgericht. Ze zal het register in de tussentijd onderbrengen bij een onafhankelijke stichting, zodat het wel kan worden voortgezet, zei ze vanmiddag in een debat met de Tweede Kamer.

De minister doet een stapje terug na kritiek uit de Kamer. VVD en PVV verweten Bussemaker dat zij met haar initiatief de markt voor wervings- en selectiebureaus verstoort. Die kritiek uitten de partijen ook al eerder, maar toen zei Bussemaker nog dat de databank een aanvulling is op het werk van werving- en selectiebureaus.

Vandaag zei de minister toch haar handen van het register af te trekken, omdat ze elke schijn van betrokkenheid bij de arbeidsmarkt wil wegnemen. Het ging haar vooral om het zichtbaar maken van vrouwen die geschikt zijn voor bestuursfuncties in bedrijven.

Te traag

Bussemaker is in het kabinet verantwoordelijk voor emancipatiebeleid. Ze vindt het van groot belang dat er meer vrouwen in topfuncties komen. Afgesproken is dat raden van bestuur en raden van toezicht voor 30 procent uit vrouwen moeten bestaan. Ook een meerderheid in de Tweede Kamer staat achter die afspraken. Het proces verloopt veel te traag, zegt Bussemaker eerder. In 2014 had 6 procent van de bedrijven de streefcijfers gehaald.