Weer meer mensen aan het werk en minder werklozen
In de maand april is het aantal mensen met werk toegenomen en is het aantal werklozen weer gedaald. Vooral jongeren en 45-plussers vonden een baan. In de afgelopen drie maanden daalde het aantal werklozen met gemiddeld 7000 per maand, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het werkloosheidspercentage blijft echter steken op 7 procent, omdat de beroepsbevolking sinds begin dit jaar iets afneemt. Vorig jaar nam de werkende en werkzoekende bevolking juist nog toe. Het aantal mensen dat de arbeidsmarkt op stroomt is dit jaar maand na maand kleiner dan het aantal mensen dat de arbeidsmarkt verlaat.
Van de beroepsbevolking van 8,3 miljoen zijn 625.000 mensen op zoek naar een baan, in maart waren dat er duizend meer. De werkloosheid daalt langzaam en mondjesmaat. De economie trekt wel aan, maar groeit eigenlijk te weinig om genoeg nieuwe banen te creëren om werklozen en toetreders aan de slag te helpen.
We gaan de goede kant op, maar de werkloosheid is nog steeds veel te hoog.
Minister Asscher van Sociale Zaken is blij met de daling. "We gaan de goede kant op, maar de werkloosheid is nog steeds veel te hoog. We moeten er nog stevig aan trekken om de werkloosheid verder te verminderen."
Asscher vindt het positief dat meer jongeren een baan vinden en profiteren van het economisch herstel. "Vooral prettig voor jongeren en hun ouders."
De werkloosheid onder jongeren is in ene jaar tijd gedaald van 13,2 naar 10,9 procent. "In geen andere leeftijdsgroep was die daling zo sterk. Toch is de jeugdwerkloosheid nog steeds onwenselijk hoog en houdt de bestrijding van de jeugdwerkloosheid hoge prioriteit."
Jong en flexibel
Het aantal jongeren van 15-25 jaar dat een baan vond, nam toe met gemiddeld 7000 per maand. Van de jongeren heeft 60,4 procent nu werk, een jaar geleden was dat nog 58,2 procent. Ze kregen niet alleen kleine banen van 12 uur of minder, maar ook banen van meer dan 12 uur. Dat is overwegend flexibel werk.
Twee op de drie jongeren heeft een flexibele baan, drie op de tien heeft vast werk en een vast aantal uren. Bij mensen ouder dan 25 jaar hebben zeven op de tien een vaste baan.
Van de 12,7 miljoen mensen tussen de 15 en 75 jaar hebben er twee op de drie betaald werk. De rest, 3,8 miljoen mensen, hebben geen baan en zoeken ook geen baan. Dat zijn bijvoorbeeld scholieren, gepensioneerden, arbeidsongeschikten, mensen die een gezin of huishouden hebben en niet willen werken, of renteniers.