Wat houdt Utrecht over aan Tour de France?

Maandag beginnen in Utrecht de eerste werkzaamheden voor de komst van de Tour de France op 4 juli. Het werk start bij de Catharijnesingel, een belangrijke verkeersader in de binnenstad waar de wielrenners straks overheen gaan.

Verkeersdrempels, lantarenpalen en andere obstakels worden alvast tijdelijk weggehaald. De stoplichten worden in tonnen gezet, zodat ze vlak voor aanvang van de Tour makkelijk te verplaatsen zijn.

Er komt ook nieuw asfalt te liggen, maar dat was toch al nodig, benadrukt de gemeente.

Vluchtheuvels en verkeersdrempels

Volgens Ron Looy, manager Techniek, Veiligheid en Mobiliteit van de gemeente Utrecht, is het weghalen van vluchtheuvels en verkeersdrempels het meeste werk: "Een groot deel van het parcours loopt over busbanen, dus daar hoeven we weinig aan te doen. Veel andere werkzaamheden aan het parcours, zoals het leggen van nieuw asfalt, stonden al gepland. Die zouden sowieso uitgevoerd worden, al is er hier en daar wel geschoven met de tijdsplanning."

Het organiseren van de Grand Depart in Utrecht kost 15 miljoen euro, waarvan de gemeente 6 miljoen betaalt. De rest komt voor rekening van andere partijen, zoals bedrijven. Maar wat levert het op, behalve een plaats in de geschiedenisboeken?

Maarten van Bottenburg, hoogleraar Sportontwikkeling aan de Universiteit van Utrecht verwacht dat de stad zo'n dertig miljoen euro verdient aan de Tour. Dat is het geld dat de vele bezoekers gaan uitgeven in de stad. "Utrecht organiseert ook veel culturele activiteiten rond de Tour, dus dat zal ook nog eens extra bezoekers trekken."

Over de economische effecten op de langere termijn is hij kritisch. Van Bottenburg: "Straks kijken 3,5 miljard mensen naar de televisie. Dat zal de bekendheid en het imago van de stad verbeteren, maar je moet daar ook weer niet te veel van verwachten. Eén groot evenement is niet genoeg om de aandacht lang vast te houden. Daarvoor moet je herhaaldelijk activiteiten organiseren waarmee je een wereldpubliek bereikt."

Rotterdam

Rotterdam was in 2010 de organisator van de Grand Depart. Wim Hoogendoorn was destijds directeur van het project namens de gemeente. Hij zegt dat het rendement op korte termijn voor de stad is uitgekomen op 34,3 miljoen euro, met aftrek van investeringen en kosten. Het was volgens hem zo’n beetje gelijk aan de opbrengst die gepland was.

De gemeente Rotterdam heeft 15 miljoen euro geïnvesteerd in de Tourstart en had grote verwachtingen van het evenement. "We wilden Rotterdam neerzetten als sportstad. Een fittere stad, een fietsstad. Hiervoor zijn fietspaden aangelegd en nieuwe fietsstallingen gebouwd. Lespakketten ontwikkeld voor het basis- en voortgezet onderwijs om kinderen bekend te maken met de fiets. Van die langetermijninvestering hebben we nu nog plezier."

Zonnetje

Het succes van het evenement kan volgens Hoogendoorn nu nog worden gebruikt om bedrijven aan te trekken. "Je zet de stad neer als innovatief, in staat om binnen het budget een groot evenement te organiseren. Die boost geven aan de stad, dat was ook onze eerste en belangrijkste doelstelling."

Hoogendoorn adviseert de gemeente Utrecht eerst en voor alles om van het evenement te genieten. "Voor je het weet is het voorbij. Zorg dat het een sportevenement blijft en geen marketingevenement wordt. En zorg dat je een goed lijntje hebt met de weergoden, want een zonnetje maakt het evenement helemaal onvergetelijk."