Juventus voorkomt Spaanse finale Champions League

Juventus heeft de finale bereikt van de Champions League. Na de 2-1 thuiszege op titelverdediger Real Madrid hield het de Koninklijke in Madrid op 1-1 en dat volstond. Op 6 juni in Berlijn is Barcelona, dat Bayern München had verslagen, de tegenstander.

Real nam in Santiago Bernabeu direct het initiatief en kreeg drie kansjes in de eerste tien minuten: Gareth Bale kopte over, Karim Benzema schoot van dichtbij over en een vrije trap van Ronaldo zeilde over. Juventus was na een kwartier gevaarlijk via Arturo Vidal wiens schot knap gekeerd werd door doelman Iker Casillas.

Recht door het midden

Waar Juve na dat schot van Vidal geen moment meer dreigend was tot de rust, bleef Real gevaarlijk, onder meer via Bale en Benzema al had het voor de 1-0 wel een gemakkelijk gegeven strafschop nodig (lichte overtreding Giorgio Chiellini op James Rodriguez). Cristiano Ronaldo benutte het buitenkansje met een schot dwars door het midden.

Weer Morata

Juventus zou uitgeschakeld zijn als het 1-0 zou blijven, toch was het ook na rust Real dat direct de aanval zocht. Na een klein kwartier scoorde Juve echter, via de in juli van Real overgenomen Abel Morata, die in Turijn ook al doel trof. En amper tien minuten later liet Marchisio na om van dichtbij het duel in Turijns voordeel te beslissen.

Omdat Bale twee grote kansen onbenut liet, begon de tijd ineens te dringen voor Real, wilde het nog een verlenging spelen. In zijn gehaastheid om die extra tijd af te dwingen, ging er veel mis bij de titelhouder. Juventus bleef simpel overeind en bijna maakte Pogba er in de slotfase zelfs nog 2-1 van.