15.000 Nederlanders willen vergeten worden
In een jaar tijd hebben bijna 15.000 Nederlanders aan Google gevraagd om zoekresultaten te verwijderen. In de meeste gevallen worden die verzoeken afgewezen.
Sinds een uitspraak van het Europese Hof van Justitie een jaar geleden hebben Europese internetters het recht om vergeten te worden. Via een online formulier kunnen ze aan Google vragen om resultaten over hen te verwijderen.
Nederland is met 15.000 verzoeken op een bevolking van 16,8 miljoen mensen bijna kampioen vergeet-me-verzoeken. Alleen vanuit Estland kwamen relatief meer aanvragen, 1777 op een bevolking van 1,3 miljoen. Uit België (11 miljoen inwoners) kwamen bijvoorbeeld slechts 7500 verzoeken.
Publiek persoon
Vanuit Nederland zijn er zo'n 20.000 links verwijderd. 57 procent van de Nederlandse verzoeken wordt door Google afgewezen. Het College Bescherming Persoonsgegevens kan Google vragen nog een keer te kijken naar afgewezen zaken. "We hebben opvallend weinig conflicten met Google hierover", zegt CBP-voorzitter Jacob Kohnstamm. "In de meeste gevallen die we voorgelegd krijgen, zijn we het met het bedrijf eens."
Vooral publieke personen en mensen uit het bedrijfsleven krijgen vaak een afwijzing van hun verzoek.
"Als je een publiek figuur bent, dan mag er meer van je bekend zijn dan als je een niet-publiek figuur bent", zegt Kohnstamm. Zo kreeg een directeur van een accountantskantoor een link naar een negatief artikel over hem niet uit de zoekresultaten van Google verwijderd.
Oncontroleerbaar
Er is ook kritiek op het beleid van Google. De zoekgigant vertelt niet wat voor soort zoekresultaten wel zijn verwijderd. Internetters weten dus niet wat voor soort berichten ze niet kunnen zien.
"Daar waar Google zoekresultaten verwijdert, is het redelijk oncontroleerbaar", zegt Kohnstamm. "Ik vraag ze dan ook om daar af en toe wat over te melden. Dan kunnen we bijvoorbeeld met ze in discussie als we zien dat ze veel te ver gaan met het verwijderen van links."
Google zegt dat de gegevens die nu worden gepubliceerd een eerste stap zijn. Op termijn worden mogelijk meer gegevens gepubliceerd.
