Casillas wil glansrol, Buffon de eindzege
Het Juventus Stadium is dinsdagavond het strijdtoneel voor de eerste halve finale van de Champions League. Een duel tussen de klassieke grootmachten Juventus en Real Madrid. De Oude Dame tegen De Koninklijke.
Het wordt ook een treffen tussen twee oude, koninklijke keepers: Gianluigi Buffon (37) en Iker Casillas (33). Beiden wereldkampioen, beiden in de herfst van hun loopbaan. Wie heeft de meeste honger?
Buffon blikt terug
"Het is een vreemd gegeven dat ik eigenlijk alles heb gewonnen, behalve de Champions League", zegt Buffon. "Ik was één keer heel dichtbij, maar ik verloor de finale na strafschoppen", doelt hij op de eindstrijd in 2003 tegen AC Milan.
De 37-jarige Italiaan debuteerde in 1997 als doelman van Parma in de groepsfase van de Champions League. Na zijn overgang naar Juventus in 2001 werd hij een vast gezicht in het miljoenenbal.
Die editie van het seizoen 2002/2003 begon voor Buffon met een teleurstellend gelijkspel in De Kuip tegen Feyenoord (1-1). Kansloos was de doelman die avond op een gekrulde vrije trap van Pierre van Hooijdonk. De struikelende start was geen voorbode van een vroege uitschakeling. Integendeel.
Vanaf de kwartfinales kwam Juventus pas echt op stoom. Toen Barcelona na verlengingen geklopt werd, lonkte de eerste finale sinds 1998. De tegenstander van destijds was ook Real Madrid.
Niet Buffon, maar Dida
In het eigen Stadio Delle Alpi repareerde Juve een 2-1 nederlaag in de heenwedstrijd in Madrid en plaatste de club zich voor de Italiaanse finale tegen AC Milan. Die finale werd niet de wedstrijd van Buffon, maar van zijn collega Dida. In de beslissende strafschoppenserie hield Buffon Clarence Seedorf nog wel af van scoren, maar de beker ging mee naar Milaan.
De nederlaag na strafschoppen gaf "een heel bitter gevoel", aldus Buffon twaalf jaar later. "Ik wist dat we een unieke kans hadden laten liggen. Maar ik was nog jong en voelde dat er nog wel een kans zou komen het toernooi te winnen. Helaas is dat niet gebeurd."
De jongensdroom van Casillas
Hoe anders is het verhaal van de 33-jarige Casillas. De Spanjaard maakte in het seizoen 1999/2000 zijn debuut voor de Madrilenen en won in dat jaar direct de cup met de grote oren. De toen net 19-jarige Casillas begon in de finale tegen Valencia in de basis en zag zijn ploeg in Parijs met 3-0 winnen.
In 2002 was het opnieuw raak, ditmaal met Bayer Leverkusen als tegenstander. De jonge protégé uit de eigen opleiding was in de loop van het seizoen verdrongen door tweede keeper César. Ook die avond in Glasgow kreeg César de voorkeur, maar hij raakte geblesseerd. En dus kreeg Casillas voor de tweede keer een kans om een Champions League-trofee omhoog te mogen houden.
Mede dankzij een wonderschone goal van Zinedine Zidane slaagde Casillas in die opzet en werd het 2-1 voor de Madrilenen.
"Ik maakte vier belangrijke reddingen", weet Casillas. Het waren misschien niet de mooiste uit mijn loopbaan, maar ze waren wel effectief."
Ook in 2014 mocht Casillas de trofee omhoog steken, nog wel na een lastige fase waarin hij niet langer onomstreden was en tegen . Inmiddels is Casillas weer de nummer één bij De Koninklijke, maar trainer Carlo Ancelotti heeft er geen geheim van gemaakt dat hij op zoek is naar een jongere en betere keeper.
De Gea? Of toch Casillas?
De naam van David De Gea valt vaak in Madrid. Maar zolang hij er nog niet is, blijft Casillas strijdbaar.
Buffon is in Turijn nog altijd onomstreden. Maar ook voor hem gaan de jaren tellen. "Ik ben een groot optimist en dus zou het me niet verbazen als we in de komende twee, drie jaar - voordat ik mijn carrière beëindig - dat doel bereikt hebben."
Dat doel staat in juni op het spel in de finale in Berlijn. Het stadion waar Buffon in 2006 de wereldtitel vierde.
