'Bekaf bereik ik het kamp. Wat een hel'
Twee Nederlanders zitten nog op de Mount Everest. Bergbeklimmers Eric Arnold en Mark van de Berg maakten de aardbeving gisteren mee in een kamp niet ver van het basiskamp, waar zeventien mensen zijn omgekomen.
"Ons kamp is wonder boven wonder onaangetast", schrijft Eric Arnold op zijn weblog. "We dalen af naar het basiskamp." Onderweg kijkt hij in verlaten tenten of daar nog slaapzakken liggen. "Ik ben als de dood dat ik een lichaam vind. Bekaf bereik ik het kamp. Wat een hel."
Een rampplek
"Ik zie heel persoonlijke spullen: een aantekeningenboekje, shampoo, een leesbril. Het doet mij denken aan het beeld van een neergestort vliegtuig." Volgens de Nederlander is ongeveer de helft van het kamp verwoest. "Het basiskamp is niets meer dan een rampplek op dit moment."
"Ik realiseer mij hoeveel geluk ik heb gehad", schrijft Arnold. "De totale verwoesting van de aardbeving was slechts een paar honderd meter ver weg."
Arnold ziet slachtoffers en sommige daarvan kent hij ook. "Doden krijgen een gezicht. Een cameraman die twee dagen in ons kamp rondliep, leeft niet meer. Een Japanner laat foto's zien op zijn telefoon. Ze doen mij huiveren."
Vrachttrein
De bergbeklimmers maken ook naschokken mee. "Drie keer ben ik echt bang als er een naschok en lawine komt", schrijft Arnold. "Als een vrachttrein die ons lijkt te overrijden."
De ramp is voor de twee Nederlanders het eind van hun expeditie. "De sherpa's willen naar huis, wat logisch is, dus we gaan terug", schrijft Mark van de Berg op Facebook. "Het is niet anders."
Hoe de twee thuiskomen, weten ze nog niet precies. "Het plan is dat Eric en ik morgenochtend naar Lukla gaan lopen. Waarschijnlijk komen we daar over twee dagen aan. Hoe we naar Kathmandu komen, nog geen idee..."