Miljoenen extra voor gehandicaptensport

• Trudy van Rijswijk

  Verslaggever

Minister Schippers van Volksgezondheid wil dat meer gehandicapten kunnen gaan sporten. Om dat te bereiken stelt de minister ruim 6 miljoen euro beschikbaar. "Sporten is goed voor geest en gezondheid, en ook minder validen moeten de mogelijkheid krijgen dicht bij huis aan sport te doen", zegt Schippers.

Ze roept sportclubs en verenigingen ook op meer mogelijkheden te creëren voor mindervalide sporters. Eerder zei Schippers al dat gehandicaptensport en 'gewone' sport vaker gecombineerd moeten worden.

Vooral mensen met een lichamelijke handicap doen nu nauwelijks aan sport, blijkt uit onderzoek. Niet omdat ze niet willen, maar omdat er allerlei belemmeringen zijn.

Zo weten veel gehandicapten niet welke sporten ze bij hen in de buurt kunnen doen en krijgen ze geen hulp als ze toevallig wel een club vinden. Op scholen en in revalidatiecentra is er wel gelegenheid, maar het is op veel meer plekken mogelijk en dat is vaak niet bekend. De minister wil daarom een app laten ontwikkelen. Die moet een overzicht per gemeente geven.

Materiaal

Ook de kosten van het materiaal zijn een probleem. Neem rolstoelbasketballers. Die hebben een rolstoel van zo'n 3000 euro nodig. Dat spaar je niet zomaar even bij elkaar. "Je moet dan wel héél zeker weten dat rolstoelbasketbal jouw sport is”, zeggen spelers van het nationale rolstoelbasketbalteam.

De problemen zijn er niet alleen bij kleine sporten, maar ook bij grote, zoals tennis of voetbal. Vooral het vinden van een club is geen makkelijke opgave. "Ik wist niet eens dat dit soort teams bestonden", zegt een speler van het nationale gehandicaptenvoetbalteam.

Belemmeringen

Door al die belemmeringen is slechts 14 procent van mensen met een motorische beperking lid van een sportclub, tegenover 44 procent van mensen zonder handicap. Mensen met een verstandelijke beperking hebben daarentegen veel minder problemen met sportdeelname. Zij zitten ook in de buurt van de 44 procent.

Voor alle gehandicapten geldt, dat als ze eenmaal een sport gevonden hebben die bij hen past, ze blijvend hulp moeten krijgen om die sport ook inderdaad te kunnen blijven beoefenen. De extra miljoenen die de minister beschikbaar stelt zijn, behalve voor de app, ook voor vervoer en onderzoek.