'Ze zeiden: jullie bloed, geld en familie zijn van ons'
De ontvoering van ruim 200 schoolmeisjes in Noordoost-Nigeria door Boko Haram, vandaag een jaar geleden, staat niet op zichzelf. Amnesty International verzamelde ooggetuigenverslagen van gruwelijkheden op andere plaatsen in de regio.
Zoals in Katarko, waar Boko Haram begin januari 218 mensen (134 vrouwen en meisjes, 84 jongens) meenam. De aanval begon aan het eind van de middag, zegt dorpsbewoner Mohammed Yakubu.
"Boko Haram zei: 'jullie proberen het Nigeriaanse leger te tippen dat we in jullie dorp zitten. Daarmee behoren jullie ook tot de groep van ongelovigen en daarom zijn jullie bloed, geld en familie van ons'."
Executies
Strijders van Boko Haram staken daarop huizen in brand en stuurden de mensen naar de centrale moskee in het dorp. Daar werden de vrouwen en kinderen gescheiden van de mannen.
36 mannen tussen 15 en 45 jaar werden buiten de moskee standrechtelijk geëxecuteerd. Strijders gooiden de lijken in een waterput. De vrouwen en kinderen werden weggevoerd naar een nabijgelegen kamp van de terreurgroep.
Yakubu kan het navertellen, omdat hij ouder was dan 45. Hij en de rest van de mannen moesten berouw tonen, waarna de strijders weggingen. Twee weken na de aanval werden 182 vrouwen en kinderen vrijgelaten. Van de rest is niets meer gehoord.
De jongeren moesten het geloof ondersteunen en op jihad gaan.
Inwoners van de plaats Gumsuri maakten een maand eerder een soortgelijke aanval mee. Zakenman Abba Badama (niet zijn echte naam) zegt dat rond 19.00 uur een stuk of twintig terroristen zijn dorp binnenvielen.
Ze gingen van deur tot deur en schoten 24 dorpsbewoners dood, onder wie de imam. Daarna moest iedereen samenkomen en staken de strijders een preek af.
Offer
"Toen ze klaar waren, zeiden ze dat we allemaal een offer moesten brengen", zegt Badama. "De jongeren moesten het geloof ondersteunen en op jihad gaan. We zijn in oorlog met niet-moslims en ongelovigen, zeiden ze."
Vijftig jongens en mannen onder de 30 werden meegenomen. Bij hun vertrek uit Gumsuri plunderden de strijders winkels en huizen. De gealarmeerde militairen, die 12 kilometer verderop waren gelegerd, kwamen pas de volgende dag kijken.
Dreigementen
De dorpsbewoners waren nauwelijks bekomen van de schrik toen Boko Haram twee dagen later opnieuw in het dorp verscheen. "Ze vroegen zich af waarom we de aanval hadden gemeld bij het leger", zegt de zoon van Badama. "Jullie hebben ons mensen zien vermoorden, zeiden ze. Ze dreigden dat ze iedereen die ze probeert te stoppen, zullen vermoorden en de dorpen zullen platbranden."
De militanten namen opnieuw mensen mee, dit keer zestig meisjes en jonge vrouwen. Sindsdien hebben de inwoners van Gumsuri niets meer van de 110 ontvoerde mensen gehoord.
