Gisteren werd voor de tweede keer in een maand massaal gedemonstreerd tegen de Braziliaanse regering die van corruptie wordt verdacht
NOS Nieuws

Braziliaanse stad zucht onder corruptie

  • Marc Bessems

    Correspondent Latijns-Amerika

  • Marc Bessems

    Correspondent Latijns-Amerika

Een grote smeergeldaffaire beheerst al maanden de voorpagina’s in Brazilië. Nergens in het Zuid-Amerikaanse land is de economische impact van deze affaire zo tastbaar als in de stad Itaboraí.

Opnieuw gingen gisteren honderdduizenden Brazilianen de straat op om te protesteren tegen de regering en tegen corruptie. Tientallen politici worden verdacht van betrokkenheid bij de smeergeldaffaire bij staatsoliebedrijf Petrobras.

Mogelijk werd voor zo’n twee miljard euro geld weggesluisd bij de grootste werkgever van het land. Dat heeft gevolgen: politieke onrust, maar ook tienduizenden ontslagen.

Bevolkingsexplosie

Binnen de gemeentegrenzen van Itaboraí wordt al een paar jaar gebouwd aan het petrochemisch complex van het nabij gelegen Rio de Janeiro, COMPERJ. Met een oppervlakte van ruim 45 vierkante kilometer is het complex een van de grootste bouwprojecten van Petrobras.

Jarenlang trok de immense bouwput grote aantallen gelukszoekers aan: er was werk in overvloed. Het ingeslapen provinciestadje beleefde een ware bevolkingsexplosie.

Marcos Paulo zag zijn kans waar. Hij opende een pension voor arbeiders. “Voor nog geen zeven euro per nacht konden werknemers van bouwbedrijven bij ons onderdak krijgen”, zegt hij met gepaste trots.

De zaken liepen goed, een groot bouwbedrijf werd zijn belangrijkste klant en hij opende nog twee hotels. “We hadden een bezettingsgraad van 95 procent, het liep als een trein.”

Ik heb nog een half miljoen real van ze tegoed, maar ja...

Pensionhouder Marcos Paulo

Totdat de corruptie-affaire bij Petrobras een abrupt einde maakte aan zijn arbeidershotels. “Onze grootste klant was een bouwbedrijf dat betrokken bleek bij de affaire. Petrobras verbrak het contract, het bouwbedrijf ging failliet en wij werden niet meer betaald. Ik heb nog een half miljoen real van ze tegoed, maar ja…”

Ondertussen zijn de meeste werkzaamheden aan het COMPERJ-complex stopgezet. Werkten er in augustus nog 35.500 mensen aan het petrochemisch complex, nu zijn dat er nog zo’n 9.000.

“Wie terug naar huis kon, deed dat. Alleen de allerarmste sloebers bleven in ons hotel. Ik heb een paar van hen een paar maanden gratis onderdak gegeven, maar nu gaat alles dicht”, vertelt Marcos Paulo. Per 1 april staat het grootste pand te huur. “Ik verkoop mijn inboedel, daarmee kan ik dan zoveel mogelijk schulden afbetalen.”

Marcos Paulo tussen de inboedel van zijn failliete pensions

Een gemeenteambtenaar die anoniem wil blijven, beschrijft de vicieuze cirkel waarin het stadsbestuur terechtkwam. “Toen alles goed ging, kregen we flink veel belastinggeld binnen. Maar dat moesten we ook investeren door de toevloed van arbeiders. In goede gezondheidszorg, een groter wegennetwerk, scholen. We hebben geïnvesteerd, maar nu krijgen we ineens veel minder belastinggeld binnen. We hebben moeite om alle rekeningen te betalen.”

Dat heeft Paulo tegenwoordig ook. “Ik heb tot eind deze maand nog een beetje geld, daarna is het afgelopen.“ Drie maanden geleden had hij nog een goede baan als bouwvakker op het COMPERJ complex. “Ineens werden we met zijn allen bij elkaar geroepen. De baas vertelde ons dat we waren ontslagen, allemaal. Petrobras weigerde onze werkgever te betalen en dus hadden ze geen geld meer voor ons.”

Paulo heeft het moeilijk. Net als zo’n 600 andere werklozen staat hij elke dag om een uur of vier op om zo vroeg mogelijk in de rij te staan. “Alleen de eersten maken een kans, want er zijn veel te weinig vacatures.”

Anderson Santana, directeur van het Arbeidsbureau, en Marcos Paulo (rechts) die nu op zoek is naar werk

Anderson Santana, de directeur van het Arbeidsbureau, beaamt dat. “Nog niet zo lang geleden hadden we hier zoveel vacatures dat iedereen die langsliep een baan werd aangeboden”, grapt hij. "Nu kent de stad zo’n 20.000 werkzoekenden en op sommige dagen heb ik hoogstens tien vacatures."

De sfeer op het Arbeidsbureau is opgelaten, mensen zijn boos. Een geëmotioneerde man staat op en begint een tirade tegen de burgemeester en tegen de parlementariërs in de hoofdstad Brasilia.

“Zij zouden hier moeten zitten, in deze wachtkamer, dag na dag. Zij zouden elke dag om vier uur hier moeten staan, zonder ontbijt, zonder lunch. De hele dag wachten we vergeefs op werk. Maar zij hebben een goed leven, terwijl wij hier lijden. Ik ben het helemaal zat!”

Alle aanwezigen beginnen spontaan te klappen en te juichen. In Itaboraí en ver daarbuiten zijn mensen boos, heel erg boos.

Op sommige dagen heb ik hoogstens tien vacatures.

Directeur van het Arbeidsbureau Anderson Santana

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl