Vlöggeln, gewoon omdat dat zo gaat
Het is een heel oude paastraditie in het Twentse plaatsje Ootmarsum. Maar hoe oud precies, dat weet niemand. Vlöggeln heet het. In een lange sliert lopen mensen hand in hand, al zingend door het plaatsje. Een ritueel dat sinds dit jaar nationaal immaterieel erfgoed is.
NOS | Mattijs van de WielDe paaskerels zijn acht mannen van rond de twintig die voorop lopen 
NOS | Mattijs van de WielIn een lange sliert lopen mensen hand in hand, al zingend door het plaatsje 
NOS | Mattijs van de WielVlöggeln is een oude paastraditie in het Twentse plaatsje Ootmarsum 
NOS | Mattijs van de WielEen ritueel dat sinds dit jaar nationaal Immaterieel Erfgoed is 
NOS | Mattijs van de WielOok de weg oversteken gaat hand in hand 
NOS | Mattijs van de WielHet ritueel is nationaal immaterieel erfgoed
Ook dit jaar doen er weer honderden mensen aan mee. En er is ook nog meer dan voldoende animo voor de belangrijkste functie bij het Vlöggeln, die van poaskearl, ofwel: paaskerel.
De paaskerels zijn acht mannen van rond de twintig die voorop lopen. Ze dragen een beige regenjas en een hoed. De oudste rookt een sigaar. Zij gaan voorop in de sliert, hand in hand. Iedere bewoner van Ootmarsum mag aansluiten. Maar er moet wel gezongen worden. Twee kerkliederen die worden ingezet door een voorzanger.
De status van immaterieel erfgoed is niet nodig om het Vlöggeln te beschermen, het geeft vooral wat meer status. En het is handig voor de organisatoren, omdat ze nu subsidie krijgen. Waar het vroeger alleen een traditie van en voor het dorp was, is het nu steeds meer een toeristische attractie. Langs de kant staan buitenstaanders zich te verwonderen over het tafereel.
NOS | Matthijs van de WielDe paaskerels moeten ook zingen 
NOS | Mattijs van de WielHand in hand lopen ze door het dorp 
NOS | Mattijs van de WielDe oudste paaskerel rookt een sigaar
In Ootmarsum weet iedereen precies hoe het hoort. De sliert gaat door een aantal huizen en cafés. Daar krijgen de paaskerels een borrel. De optocht eindigt op het marktpleintje, met de paaskerels in het midden. Om klokslag zes uur tillen ze kleine kinderen omhoog. Zo doen ze dat ieder jaar op Eerste Paasdag, maar ook nog een keer op Tweede Paasdag. Waarom twee keer? Niemand die het weet.