'Identificatie moeilijker dan bij MH17'
Acht maanden na de ramp met vlucht MH17, die nog vers in het geheugen ligt, is Europa getroffen door een nieuwe vliegramp. Net als toen wordt het identificeren van de slachtoffers een moeizame en langdurige klus, verwacht forensisch patholoog Frank van de Goot.
Een Airbus A320 van Germanwings vloog gisteren met volle snelheid tegen een berg in de Franse Alpen. "De krachten die dan vrijkomen, zijn vernietigend. We hebben gezien hoe de stukken erbij liggen."
Inderdaad liggen wrakstukken van het vliegtuig verspreid over een gebied van honderden meters, veelal op steile hellingen. De Airbus is in duizenden stukken gebroken. "En de staat van het vliegtuig is representatief voor wat er met de 150 inzittenden is gebeurd", zegt Van de Goot in het NOS Radio 1 Journaal.
Volgens hem is de kans groot dat er na de crash ook brand heeft gewoed, met alle gevolgen van dien. "Na de MH17-ramp hadden we slachtoffers die nog intact waren. Daardoor konden ze snel worden geïdentificeerd. Dat is nu anders."
Afgebakend
Van de Goot, die overigens niet bij de bergingsoperatie is betrokken, ziet ook een lichtpuntje. Het gebied waar wrakstukken en lichaamsdelen kunnen liggen, is afgebakend. Daardoor is het mogelijk om alles uiteindelijk te bergen. Van de Goot maakt de vergelijking met het Air France-toestel, dat in 2009 in de Atlantische Oceaan stortte. "Toen was zelfs de precieze plek van de crash niet bekend."