'Recherche lijdt onder gebrek aan intelligentie'

De recherche in Nederland presteert maar matig en dat komt door de heersende cultuur binnen recherche en het ontbreken van intelligentie. Dit beeld schetst ex-rechercheur Michiel Princen in zijn boek De Gekooide Recherche, dat vandaag verschijnt.

De schrijver stelt onder meer dat het niveau van de recherche te laag is en dat de kwaliteit daaronder te lijden heeft. Zo hebben veel rechercheurs een lage opleiding. Ze zijn vaak van de straat doorgegroeid naar de recherche en in sommige gevallen teleurgesteld. Het cynisme overheerst.

Wegredeneren

Het gevolg hiervan is dat veel aangiftes van ingewikkelde zaken blijven liggen. Ze worden simpelweg weggeredeneerd; er worden met name argumenten gezocht om een zaak niet aan te pakken. En als onderzoeken al met succes worden afgerond, komen ze soms bij het Openbaar Ministerie op de plank omdat er een tekort is aan officieren van justitie, zegt Princen.

Princen werkte tien jaar lang bij de financiële recherche in Amsterdam. Hij was een zogenaamde zij-instromer. Na een carrière in de onderzoeksjournalistiek maakte hij de overstap naar de politie. Daar werkte hij onder meer mee aan de onderzoeken naar de afpersing door Willem Holleeder van de vastgoedmagnaat Willem Endstra. Gedesillusioneerd stapte hij een jaar geleden op.

Geen verrassingen

De korpsleiding van de Nationale Politie is niet verbaasd over de kritiek in het boek van Princen. "Inhoudelijk leveren zijn bevindingen ons geen werkelijke verrassingen op", zegt plaatsvervangend korpschef Bik.

Hij noemt de ervaringen van Princen "indringend", maar volgens Bik zijn die niet maatgevend voor de hele Nederlandse recherche.