'Veel meer Syriërs verstoken van hulp'
Het aantal burgers in Syrië dat verstoken is van noodhulp is drie keer zo hoog als een schatting van de Verenigde Naties. In een volgende week te verschijnen rapport van het Syrisch-Amerikaans Medisch Genootschap staat dat het aantal burgers dat wordt belegerd in het land rond de 650.000 ligt.
Het Amerikaanse persbureau AP wist de hand te leggen op het rapport 'Langzame dood'. Het genootschap ondersteunt medische hulpverleners in conflictgebieden en zegt een neutrale en onafhankelijke medische organisatie te zijn.
Volgens het rapport is de Syrische overheid verantwoordelijk voor de belegering van grote groepen burgers, een beschuldiging die al vaker is geuit. Dat leidt tot mensen die omkomen door te weinig voedsel, uitdroging of een gebrek aan medische hulp.
Gemeenschappen
De Syrische regering ontkent haar eigen burgers te belegeren. Volgens het regime van president Assad gaat het om terroristen. Het genootschap spreekt dat tegen en zegt dat de mensen in nood burgers zijn die geen banden hebben met gewapende groepen.
De VN zou een te nauwe definitie hanteren van burgers die belegerd worden en dus verstoken zijn van hulp, volgens de opstellers van 'Langzame dood'. In plaats van de 11 gemeenschappen die de VN als belegerd omschrijft, zou het in werkelijkheid om 38 groepen gaan. De onderzoekers verwijten de VN dat de crisis daardoor kleiner lijkt dan dat die in werkelijkheid is.
Het rapport ondersteunt de toenemende groep van hulporganisaties die stellen dat de reactie van de internationale gemeenschap op het conflict in het land - vooral door toedoen van een verdeelde VN-veiligheidsraad - heeft gefaald.
Cijferkwestie
De bevindingen van het rapport zijn al in kleine kring gedeeld, onder andere met vertegenwoordigers van de VN. Die zeggen geen moeite te hebben met de methode waarop de cijfers van het Syrisch-Amerikaans Medisch Genootschap zijn gebaseerd. Zij wijzen erop dat ze voor hun eigen schattingen gebruik moesten maken van derden, aangezien er geen VN-vertegenwoordigers in de belegerde gebieden zijn.
Artsen zonder Grenzen zegt dat het extreem moeilijk is om goede informatie uit de gebieden te krijgen. "Mijn vrees is dat er een discussie ontstaat over cijfers, terwijl het belangrijkste is dat er een heleboel mensen sterven", zegt AzG-noodhulp-coördinator Pierre Boulet Desbareau tegen AP. "200.000 of 600.000, het probleem blijft hetzelfde."