'In Overijssel komt de provincie naar jongeren toe'

Jongeren zijn bij verkiezingen maar moeilijk naar de stembus te krijgen, blijkt uit opkomstcijfers. De provincie Overijssel wil dat tij keren. Onder de noemer Jong Overijssel doet mee proberen ze de politiek voor jongeren interessant te maken.

"Mijn stembiljet ligt ergens tussen de rotzooi op m'n bureau", zegt Suzan tegen verslaggever Marc-Robin Visscher. Ze is scholiere van het Landstede MBO in Zwolle en doet vandaag mee met zo'n dag vol politieke workshops. Over een carrière in de politiek is ze duidelijk: "Zeker weten niet. Ik ben vandaag wel met politiek bezig, maar eigenlijk weet ik er vrij weinig van."

Medescholiere Colijn praat er niet vaak met vriendinnen over. "Alleen vandaag hebben we het over politiek, maar verder niet echt. We vinden het niet zo'n interessant onderwerp."

In gesprek

Het project is er vooral op gericht dat jongeren meer over politiek te weten komen, zegt projectleider Letty IJsinga. Naast workshops gaan de jongeren in gesprek met provinciale politici. "Zo leren ze wat de provincie doet en wat een Statenlid is." En dat blijkt te werken. Uit een meting van de provincie vorig jaar bleek dat 27 procent van de jongeren bij aanvang van het programma wist wat de provincie deed. Na afloop was dit bijna 70 procent.

Jaarlijks bezoekt de provincie zo'n 4500 jongeren en doen 37 van de 47 Statenleden mee. Die gaan op de projectdagen in gesprek met de jongeren. "Er is geen enkele provincie waar zoveel provinciale politici aan de slag gaan", zegt IJsinga. Daarin ligt volgens haar ook de kracht van het project. "Ze leren politici kennen en begrijpen wat de provincie doet. Dat weten ze vaak niet."

Kennis

Bij mbo-scholieren is die kennis vaak weggezakt, zegt ze, omdat die al op jonge leeftijd maatschappijleer krijgen op de middelbare school voor ze naar het mbo gaan. "Veel van die kennis zijn ze dan kwijt." Ze benadrukt wel dat het project niet alleen op mbo'ers gericht is, maar dat ze ook naar alle andere opleidingen in de provincie gaan.

Ruud heeft de cursus al eerder gevolgd en heeft daar veel van geleerd, zegt hij. Zo kwam hij te weten dat het openbaar vervoer een taak van de provincie is. Daar maakte hij tijdens de cursus een rap over. "Die ging over de OV-kaart voor studenten. Wij vinden dat de leeftijd voor de kaart van 18 jaar naar 16 moet."

Toch lopen de jongeren na de eerste uren vandaag nog niet erg warm voor de politiek. "Het begint wel interessant te worden, maar het blijft niet echt iets voor jongeren", zegt Suzan. "Ik denk dat we daarvoor teveel met andere dingen bezig zijn."