Onvrede bij Red Bull over Renault-motor

Red Bull beleefde een uiterst teleurstellend openingsweekend van het Formule 1-seizoen en legde de zwarte piet daarvoor bij motorleverancier Renault. "Er valt niet met die motoren te rijden", foeterde teambaas Christian Horner na afloop van de grand prix van Australië.

De eerste problemen dienden zich aan tijdens de vrije training van vrijdag. Kopman Daniel Ricciardo, de nummer drie van het WK van vorig jaar, moest zijn bolide al na negen ronden aan de kant zetten. De tweede sessie ging zelfs helemaal aan de thuisrijder voorbij.

Uiteindelijk werd besloten de complete 'power unit' te vervangen, waardoor Ricciardo voor de rest van het seizoen nog maar drie motoren over heeft. De race zelf sloot hij af op de zesde plaats, op een ronde van winnaar Lewis Hamilton. Voor de teamgenoot Daniil Kvyat zat de wedstrijd er al op, voordat die begonnen was. Zijn versnellingsbak begaf het in de opwarmronde.

Ook Max Verstappen ervoer de kwetsbaarheid van de Renault-motor. De coureur van Toro Rosso, dat gelieerd is aan Red Bull, zag een succesvol debuut in de Formule 1 letterlijk in rook opgaan. Na 34 rondjes was het voor hem einde oefening.

Stap achteruit

"Het is uiterst frustrerend dat we ten opzichte van de grand prix van Abu Dhabi zelfs een stap achteruit hebben gezet," vergeleek de boze Horner de stand van zaken met de laatste race van het afgelopen seizoen in november. "Zowel in het vermogen als in de bestuurbaarheid van de auto."

Red Bull-Renault pakte vanaf 2010 vier keer op rij de constructeurstitel en leverde met Sebastian Vettel in de wagen bovendien de wereldkampioen. Vorig seizoen moest het echter Mercedes voorrang verlenen. Ook in Melbourne toonde dat team zich weer ongenaakbaar met naast de winst van Hamilton ploeggenoot Nico Rosberg op de tweede plaats.