Kip Carpenter als trainer van de Amerikanen in 2013
NOS Sport

Otter en Carpenter: van vader-zoon tot coach-assistent

Een tafereel, eind januari, aan het einde van een EK-dag met vele shorttrackraces in Dordrecht: bondscoach Jeroen Otter staat klaar om geïnterviewd te worden voor NOS Langs de Lijn als zijn walkie-talkie begint te kraken. Otter vraagt de verslaggever een ogenblik geduld en roept, met een grote lach, in de portofoon: “Kip! Je moet even je mond houden! Ik sta op het punt een radio-interview te geven. Of doe jíj dat liever?” Een antwoord blijft uit, de walkie-talkie zwijgt.

De ‘Kip’ tot wie Otter zich richt, is assistent Kip Carpenter (35). Een man die zijn werk het liefste doet achter de coulissen, buiten de publiciteit. En toch is Carpenter een bekende verschijning in de schaatswereld. Hij deed aan shorttrack, maar genoot vooral bekendheid als langebaanschaatser. En nu is hij dus de rechterhand van Jeroen Otter, de man die Carpenter als 14-jarig mannetje bij de hand nam.

Vaderfiguur

Otter, in de jaren '80 zelf een shorttrackpionier, was begin jaren negentig als trainer actief in de Verenigde Staten. Daar bracht hij puber Carpenter de fijne kneepjes van het shorttrack bij. Maar Otter deed meer dan dat.

Carpenter noemt hem een vaderfiguur, en dat was Otter ook in de meest letterlijke zin. “Ik was een aantal jaren zijn voogd en had dus een klein kereltje naast me met wie ik soms naar schoolvergaderingen moest," vertelt Otter. Een makkelijk kind was Carpenter niet. “Hij had altijd problemen”, vertelt Otter lachend. “Hij was een ADHD-kind. Of misschien waren wij wel te saai voor hem.”

De coach en de pupil hadden desondanks een innige band. “Kip was voor mij een heerlijke kerel om mee te werken. Leergierig, een creatieveling in het schaatsen, altijd met materialen bezig. Een wereldgozer.” Carpenter: “We hebben een heel goede relatie. Heel open, we kunnen over alles praten.”

Uiteindelijk stapte Carpenter over naar het langebaanschaatsen. Toen hij zijn grote doel, de Olympische Spelen van 1998, niet haalde, besloot hij uit frustratie te stoppen. Een jaar na die Spelen keerde Carpenter op zijn schreden terug. Hij zag z’n comeback beloond met de bronzen medaille op de 500 meter tijdens de Spelen van Salt Lake City (2002) en groeide uit tot een wereldtopper op de sprintnummers.

  • ANP
    Kip Carpenter (l) en Casey Fitzrandolph bij de Spelen van 2002
  • Getty Images
    Kip Carpenter met zijn gouden medaille bij de Spelen van 2002

Liefde

Nadat de Amerikaan in 2008 zijn carrière had beëindigd, legde hij zich toe op het trainersvak. Zo was Carpenter een van de coaches van de Amerikaanse nationale ploeg. Het was de liefde die hem vorig jaar in Nederland deed belanden. Carpenter is getrouwd met de Nederlandse oud-schaatsster Ingeborg Kemper en het stel besloot in 2014 in Leeuwarden te gaan wonen.

Toen Jeroen Otter, inmiddels bondscoach van de Nederlandse shorttrackploeg, daarvan hoorde, zag hij zijn kans schoon. Hij vroeg Carpenter zijn assistent te worden. Daarmee was het duo, twintig jaar na de eerste kennismaking, weer herenigd. “Het is nu wel anders”, legt Carpenter uit. “Vroeger was Jeroen een vaderfiguur. Nu is hij de baas, die dingen nodig heeft van mij.”

Want Carpenter vormt een meerwaarde binnen de trainersstaf, vindt Otter: “Hij denkt 'out of the box' en gooit daarmee een andere jus over het schaatsen.” Carpenter richt zich daarbij vooral op de materialen. “Ik ben extreem bezig met de messen. Bovendien heb ik een eigen schoenenbedrijf en ben ik bezig met de ontwikkeling van een nieuwe shorttrackschoen.“

Mentaliteit

Daarnaast kan Carpenter de Amerikaanse topsportmentaliteit overbrengen op de Nederlandse schaatsers. Want dat mentaliteitsverschil is er wel degelijk, weet Otter uit eigen ervaring. “Noord-Amerikanen zijn bereid om vier jaar voor de Spelen huis en haard te verlaten om zich voor te bereiden op de Olympische Spelen. Wij hebben al moeite om van Den Haag naar Heerenveen te gaan, bij wijze van spreken."

Carpenter verklaart de Amerikaanse mentaliteit vanuit de ‘rat race’, zoals hij dat noemt. “Je wilt altijd wat mooiers hebben dan de buurman. En zo werkt het ook op school en op je werk. Alles wordt gemeten. En als je iets goed doet, dan krijg je meestal ook iets. Daarom willen wij altijd winnen.”

Toch ziet Carpenter die instelling ook terug bij de Nederlandse shorttrackers. “Ik heb het gevoel dat ze enorm graag willen bewijzen dat zij de aandacht verdienen. Vechten is geen probleem.”

Leermeester

Op zijn beurt leert Carpenter veel van de man die ruim twintig jaar geleden al zijn mentor was. Vol bewondering kijkt hij naar het werk van bondscoach Otter en de progressie van de ploeg. “Hoe is het mogelijk dat die atleten zo hard kunnen trainen en niet opgebrand raken? Dat is de reden waarom het team zo’n grote stap heeft kunnen maken. Want niemand traint harder.”

  • ANP
    Jeroen Otter
  • ANP
    Niels Kerstholt troost Freek van der Wart, coach Jeroen Otter kijkt toe

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl