Logopedisten vragen aandacht voor stoornis

• Roel Pauw

  Verslaggever

Nederlandse logopedisten vragen vandaag tijdens de Europese dag van de logopedie aandacht voor de taalontwikkelingsstoornis (TOS). Die is redelijk wijdverbreid, maar bij veel mensen onbekend.

Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis gebruiken vaak weinig woorden, hebben moeite met het formuleren van hele zinnen en begrijpen niet goed wat iemand tegen hen zegt. Ook kunnen ze moeilijk uitleggen wat ze bedoelen.

Neurologisch defect

De 7-jarige Efdal heeft een taalontwikkelingsstoornis. Samen met logopediste Rosemarie de Haas van LogoPlus in Rotterdam leest hij een verhaal over twee kinderen die boodschappen moeten doen. De bedoeling is dat Efdal het verhaal op een logische manier navertelt, maar dat vindt hij moeilijk.

De juf op school maakte zich ook al een beetje zorgen over zijn taalontwikkeling. Moeder Nurhayat: "Efdal zet woorden vaak in de verkeerde volgorde achter elkaar." Het bijzondere is dat hij dat niet alleen in het Nederlands doet, maar ook in het Turks. Dat wijst duidelijk op een neurologisch defect en dat is precies wat een TOS is.

Er zijn allerlei oorzaken waardoor kinderen een taalachterstand kunnen oplopen: een laag IQ, ouders die zelf weinig taalvaardig zijn en gedragsproblemen zijn er maar een paar. Daardoor wordt een TOS-stoornis vaak over het hoofd gezien, ook al komt die stoornis best vaak voor. "Gemiddeld hebben in een klas van dertig leerlingen twee kinderen een TOS", zegt Ellen Gerrits. Zij is hoogleraar logopediewetenschap aan de Universiteit Utrecht. "Dat zijn er net zo veel als kinderen met dyslexie of ADHD."

Volgens Gerrits is er veel verwarring rondom deze aandoening. "Mensen verwarren het met een taalachterstand, maar TOS is in tegenstelling tot een taalachterstand een neurologisch probleem."

Ook volgens de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) is er veel onwetendheid over de ontwikkelingsstoornis. "Wij hebben op gezondheidsplein.nl een dossier opgesteld. Daarmee willen we ouders van kinderen van 0 tot 7 jaar beter informeren over een TOS", zegt Ruud Nannes van de NVLF.

Preventieve screening

Daarnaast is eerdere signalering van de aandoening volgens Gerrits noodzakelijk. "7 procent van de kinderen in Nederland heeft een TOS. Dat is net zo veel als kinderen met dyslexie of ADHD, maar een TOS wordt niet of te laat gesignaleerd. Het is belangrijk dat er preventieve screening komt voor kinderen vanaf 2 jaar. Op die manier kan de juiste hulp op tijd worden geboden."