Bobsleebond stelt zich in op 'fantastische dingen'

Een beter topsportprogramma, meer jeugd en meer sponsors. Gawein Geraedts, de nieuwe voorzitter van de Bob en Slee Bond Nederland (BSBN), weet wat hem te doen staat om de sport weer op de rit te krijgen.

Het waren roerige maanden voor de bobsleebond. De twee succespiloten Edwin van Calker en Esmé Kamphuis zijn gestopt. NOC*NSF draaide de geldkraan dicht. En binnen de bond woedde een bestuurscrisis die de oude voorzitter, Frans Bakker, de kop kostte.

Nu is er een nieuw bestuur, met jong elan. Maar oud-bobsleeër Arend Glas waarschuwt: "De bond moet snel stappen maken, want we zijn heel ver weggezakt."

Beperkingen

De huidige generatie, aangevoerd door de jeugdige piloten Marije van Huigenbosch en Jurriaan Wesselink, loopt door het gebrek aan financiële middelen tegen beperkingen aan.

Remster Melissa Boekelman zei bij de WK: "We moeten meer mogelijkheden krijgen om te trainen op banen. Als je kijkt naar het aantal afdalingen dat wij gemaakt hebben, dan zitten we op de helft van wat de rest heeft gedaan."

Bestuurslid sport Vincent Kortweg probeert daar een oplossing voor te vinden. "Er is een aantal banen in de wereld waar het een stuk goedkoper is om af te dalen. Vooral Noord-Amerika is in verhouding goedkoop. Alleen de reis is een fors kostenplaatje. Maar als je dat goed kunt regelen en er een paar weken kunt afdalen, is het in verhouding goedkoper dan drie weken Winterberg."​

Fantastische dingen

Tegelijkertijd is voorzitter Geraedts op zoek naar nieuwe sponsoren. Al ligt daar ook een verantwoordelijkheid voor de sporters. "Zij zijn eigenlijk ook een soort ondernemers. Ze moeten met hun enthousiasme sponsoren binnenhalen."

Nu de sport in Nederland in verval is geraakt, zal het vinden van een geldschieter niet meevallen. Maar, benadrukt Geraedts: "Ondertussen worden er door twee hele jonge mensen met minimale middelen goede prestaties neergezet. Dus het is niet allemaal kommer en kwel. Er kunnen in de toekomst fantastische dingen gebeuren. Daar zijn we van overtuigd."

Scoutingsprogramma

Op dit moment is Neerlands bobsleehoop gericht op de piloten Van Huigenbosch en Wesselink. Maar in de ogen van oud-bobsleester Kamphuis is dat niet genoeg. "Er moet een structurele instroom en doorstroom van talenten komen."

Dus moet Kortweg een scoutingsprogramma opzetten: "Daar zijn we nu druk mee bezig door te gaan samenwerken met ROC’s. Dat moet structureel per seizoen leiden tot de instroming van twintig atleten. Daaruit komt concurrentie en een beter niveau."

In Winterberg werden de sporters begeleid door gelegenheidscoaches Van Calker en Kamphuis, geheel op vrijwillige basis. Ook dat moet in de toekomst anders, erkent Kortweg.

"Nu proberen we iedereen met een hart voor de sport in te zetten om niet verder terug te vallen. Maar als we betere budgetten hebben, kunnen we dat in een goede vorm gieten."