Caldas doet beroep op eergevoel internationals

"Waar ik ben opgegroeid, is het een eer om voor je land te mogen spelen. Je speelt voor dat shirt, voor familie en voor vrienden", zegt de Argentijn Max Caldas, bondscoach van de Nederlandse hockeyers. Het is de mentaliteit die hij op weg naar de Olympische Spelen op Oranje wil overdragen.

Caldas houdt zijn betoog om duidelijk te maken dat wat hem betreft in het komende, pre-olympische seizoen geen internationals naar de lucratieve Hockey India League (HIL) afreizen. "Dat is kiezen tussen een olympische medaille of tienduizend euro. Volgens mij is die rekensom heel makkelijk gemaakt."

De voorbije winter moest de bondscoach een aantal spelers missen tijdens een trainingsstage in Zuid-Afrika. Jaap Stockmann, Pirmin Blaak, Sander Baart, Jeroen Hertzberger en Bob de Voogd kozen ervoor om de HIL te spelen.

De eerste vier hadden zich drie jaar geleden al aan de Indiase competitie verbonden, De Voogd sloot kortgeleden een contract in India af. Ondanks de waarschuwende woorden van Caldas dat hij daarmee het risico liep om buiten de boot te vallen.

Dat bleek niet het geval, want De Voogd maakt 'gewoon' deel uit van de 26-koppige trainingsgroep die vanaf deze week naar de Hockey World League toewerkt. Dat toernooi wordt begin juni in Argentinië gespeeld.

'De Voogd moet aan de bak'

Zoals de speler van Oranje Zwart zelf ook al beseft, komt hij wel met een achterstand binnen bij Oranje. "Wij hebben in Zuid-Afrika enorme stappen gemaakt", zegt Caldas. "Het is aan De Voogd om erachter te komen wat er in Kaapstad gebeurd is. Hij moet aan de bak."

Het gaat volgens Caldas niet zozeer om hockeytechnische en -tactische zaken, maar om mentale aspecten. De bondscoach liet na de teleurstellend verlopen Champions Trophy al weten aan de mentale weerbaarheid te gaan werken.

"Wij wisten dondersgoed wat wij wilden bereiken met die stage. Het ging daar niet echt om bal en stick, maar over hoe wij elkaar corrigeren, steunen en leren als topsporters te leven."