'Als Dekker het nog een keer probeert, lukt het'

Daags na de werelduurrecordpoging van Thomas Dekker heeft de bondscoach van de achtervolgingsploeg op de baan zich lovend uitgelaten over de wielrenner. Jabik-Jan Bastiaans adviseert hem om snel een nieuwe poging te doen. "Ik zou het gewoon nog een keer proberen. Dan gaat hij het redden en wordt hij echt legendarisch."

Bastiaans zag dat gisteren bijna alles goed ging. "Zijn positie op de fiets was goed, fysiek was hij in orde. Dat hebben ze heel goed aangepakt. Alleen had hij best wel moeite om de lijnen op de baan te houden. Als hij daar iets meer aandacht aan besteedt en iets rustiger vertrekt, dan denk ik dat hij het kan halen."

Baan

Dekker liet gisteren weten nog niet te weten waar zijn toekomst ligt. Hij heeft nog altijd geen nieuwe ploeg. Een carrière op de baan ziet hij niet direct zitten. "Er zijn niet zoveel onderdelen op de baan die mij extreem goed liggen. Alle olympische onderdelen zijn allemaal veel explosiever. En om nu elke drie maanden het werelduurrecord aan te vallen...."

Bastiaans ziet dat dus anders. Ook als het om het baanwielrennen gaat. De bondscoach ziet wel een rol voor Dekker in de achtervolgingsploeg. "In die ploeg neemt een deel van de renners de sprinttaak op zich en deel de duurtaak. Dat laatste zou hem wel eens kunnen passen. Hij heeft de fysieke capaciteiten om het op de baan te proberen. Maar het ligt bij hem, hij moet er maar net zin in hebben."

Een oud-coach van Dekker, Adri van Houwelingen, ziet niet echt een baancarrière in het verschiet liggen voor Dekker. In zijn ogen mist de wegspecialist daar de behendigheid voor. "Hij maakt op de baan extra meters. Ik heb hem ook in de Zesdaagse van Rotterdam gezien. Zet Thomas achter de derny en hij zit er twintig centimeter achter. In zo'n achtervolgingsploeg zit je op elkaars wiel. Hij mist die behendigheid", zegt de oud-ploegleider van de Rabobankformatie.

Toegevoegde waarde

In de ogen van Piet Kuijs, die Dekker onder zijn hoede had in de opleidingsploeg, kan hij op de baan alleen een toegevoegde waarde zijn als hij supergemotiveerd is. "Het is een wereld van verschil of je een uur lang 52 kilometer per uur moet fietsen of vier minuten lang 60, 62 kilometer in het uur. De vraag is of dat bij Thomas haalbaar is. Hij moet eigenlijk koersen rijden om in elk geval weer wedstrijdhardheid op te doen. De afgelopen jaren miste ik die blik van onverzettelijkheid in zijn ogen. Ik weet niet of hij het mentaal allemaal nog een keer kan opbrengen."