NOS Sport

Oud helpt nieuw in de Nederlandse bobsleewereld

"Schouders eronder en ervaring opdoen"

Oud-bobsleeërs Edwin van Calker en Esmé Kamphuis, een jaar geleden de Nederlandse troeven tijdens de Olympische Spelen in Sotsji, helpen nu de jonge talenten Jurriaan Wesselink en Marije van Huigenbosch om de stap naar de top te maken. Te beginnen bij de WK in Winterberg, waar Van Huigenbosch vanmiddag aan de eerste twee van vier runs begint. "Er is een lange weg te gaan", zegt coach Van Calker.

Fysiek zal er de komende jaren keihard gewerkt moeten worden

Edwin van Calker

Van Calker stopte half december. Bij de Nederlandse bobsleebond BSBN was, nadat sportkoepel NOC*NSF in de zomer van 2014 de geldkraan afsloot, geen coach meer voor handen. Van Calker besloot de helpende hand toe te steken.

Mogelijkheden

Hij begeleidde Wesselink en Van Huigenbosch bij wedstrijden in Königssee, St. Moritz en de wereldkampioenschappen voor junioren. ''En nu dus ook de WK in Winterberg. Marije en Jurriaan zijn met respectievelijk 21 en 25 jaar jong. Voor de bobsleesport zijn het echt nog junioren. Ze moeten nog veel leren.''

Esmé Kamphuis geconcentreerd aan het werk als bobsleepilote

Dat Wesselink en Van Huigenbosch nog een lange weg te gaan hebben, bevestigt Esmé Kamphuis. De nummer vier van de Olympische Spelen in Sotsji helpt in Winterberg met het uitlijnen van de slee, staat langs de baan en probeert de geheimen van het ijskanaal van Winterberg over te brengen op de nog onervaren piloten.

Lange weg

"Jurriaan en Marije werken keihard maar zijn nog onervaren", zegt Kamphuis. "De komende jaren zal er geïnvesteerd moeten worden in afdalen, afdalen en afdalen. Een piloot heeft gauw vier tot zes jaar nodig om de banen te leren kennen. Jurriaan en Marije hebben dit seizoen hun debuut gemaakt in de wereldbeker. Dat is goed. Het besef is aanwezig dat ze nog veel moeten leren."

Van Calker wil ook de komende tijd graag helpen. Hij heeft zijn wedstrijdijzers aan Wesselink uitgeleend. De viermansbob van de oud-atleet was niet beschikbaar. "Die is verhuurd aan de Koreanen, maar deze teams hebben voldoende mogelijkheden om de komende jaren grote stappen te maken", zegt Van Calker.

"Ik heb het gevoel dat ze op de volgende Olympische Spelen actief kunnen zijn, maar dan zal er fysiek wel heel veel moeten gebeuren. De start is zo belangrijk geworden. Dat komt ook omdat er veel goede remmers piloot zijn geworden. Het gaat tegenwoordig keihard. Voor de Nederlandse teams is het zaak de komende jaren vooral fysiek heel grote stappen te zetten'', geeft Van Calker de bedoelingen aan.

Geen verloren seizoen

Dat er door gebrek aan geld amper geïnvesteerd kon worden in het Nederlandse bobsleeën, wil volgens Kamphuis niet zeggen dat het een verloren winter voor de bobsleeërs is geworden. "Absoluut niet zelfs. De wil is er, de inzet ook. Oud-bobsleeërs zijn inmiddels opgestaan om te helpen. Er worden nieuwe plannen gemaakt. Het Nederlandse bobsleeën zal de komende maanden een professionele slag moeten maken, zodat de jonge teams kunnen werken aan hun olympische droom.''

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl