Evert van Benthem: de roes van 1985
Van een jonge boer die aan zijn tweede jaar als marathonschaatser bezig was, veranderde hij op 21 februari 1985 in één klap in een Nederlandse legende: Evert van Benthem. Dertig jaar later kijkt hij vanuit Canada nog eens terug op zijn historische overwinning in de Elfstedentocht.
De 26-jarige Van Benthem was de jongste en minst ervaren schaatser van de kopgroep die op de Bonkevaart om de eeuwige roem zou strijden. “Ik had helemaal niet iets van: ik moet winnen. Ik was al verbaasd dat ik in de kopgroep zat en dacht ik vierde zou worden. Daar was ik al heel blij mee.”
“Toen we de Bonkevaart opkwamen en ik de finishlijn in de verte zag, werd ik wel een beetje zenuwachtig. Ik had het geluk dat Jan Kooiman de sprint aanging. Ik zat geloof ik in derde positie, dat weet ik niet eens meer zeker. Ik ging meteen achter Henri Ruitenberg aan, de beste sprinter. Op het allerlaatste moment ging ik hem voorbij.”
Advies van de koningin
De uren na zijn zege beleeft Van Benthem in een roes. “Evert ten Napel pakte me meteen na de finish bij mijn kraag. Ik maakte nog een pirouette tussen al die mensen. Ik werd meteen geïnterviewd en had weinig tijd om na te denken. Daarna kreeg ik de mobiele eenheid om me heen die me tussen al die mensen in naar de kant drukte. Daar kreeg ik een krans van koningin Beatrix.”
“De koningin zei tegen me: je moet goed op jezelf passen, maar je moet ook op je stempelkaart passen. Toen gaf ze mij m’n stempelkaart, ik heb geen idee hoe ze eraan kwam. Dus die stopte ik in mijn achterzak. In de Frieslandhal moest ik daarna mijn kaart afgeven voor het laatste stempel. Toen was er ineens allemaal gedoe. De mensen achter die tafel liepen opeens allemaal weg. Ik schrok niet echt, maar was wel verbaasd. Even later kwamen ze terug en zeiden ze: dit is jouw stempelkaart niet. Dit is de kaart van Jos Niesten. Dus ik voelde ik nog eens in mijn achterzak en voelde nog een kaart zitten. Dat was gelukkig mijn eigen kaart.”
Friese volkslied
De verbouwereerde Van Benthem kreeg in die eerste uren maar weinig tijd om op adem te komen. “Er gebeurde zo veel, het was zo hectisch. Ik werd in een taxi geduwd voor de dopingcontrole, daarna was er nog een grote persconferentie en de huldiging in de Frieslandhal. Gelukkig kon ik tussendoor op ons logeeradres in Leeuwarden even bijkomen."
"Bij de huldiging in de Frieslandhal waren wel vijfduizend mensen. Op een gegeven moment stond iedereen het Friese volkslied te zingen. Ik ben geen Fries, maar als ik het Friese volkslied hoor, dan doet dat me toch altijd wat.”
Roze wolk
De weken erna keerde de rust rond Van Benthem nog niet terug. “Er komt zo veel op je af. Televisie-uitzendingen, interviews, weet ik veel allemaal. Ik wist wel dat het groots was, maar niet dat het zo groots was.” Toch kostte het Van Benthem weinig moeite om op zijn boerderij in Sint Jansklooster van de roze wolk af te dalen: “Zodra je weer onder de koeien zit, weet je weer dat je boer bent. En vier, vijf dagen later was er ook weer een wedstrijd om te schaatsen.”
Van Benthem zou later ook de Elfstedentocht van 1986 en 1997 rijden. “Daarvoor had het 22 jaar geduurd, en een jaar later was het alweer raak. Toen dacht ik wel: ik heb er niet lang van kunnen genieten. Want je gaat er niet vanuit dat je weer wint.” Maar dat deed Van Benthem wel. In 1997 was hij al gestopt als wedstrijdschaatser en reed hij de tocht - als één grote ereronde - als toerrijder uit.
Heerlijk boeren
In 2000 emigreert Van Benthem met zijn gezin naar Spruce View, een gehucht in Canada met ruim 150 inwoners. “Er wordt wel eens gezegd dat ik vanwege alle belangstelling naar Canada ben verhuisd, maar dat is niet zo. Ik heb het nooit vervelend gevonden. We hebben hier ruimte gevonden en vrijheid. Je kunt hier heerlijk boeren. Ik kan de Rocky Mountains van hieruit zien en Calgary is niet ver weg. Maar we blijven wel Nederlanders.”
Terugdenken aan zijn heroïsche overwinning in 1985 doet Van Benthem niet vaak. “Nu is het weer op televisie, dus praten de mensen erover. Maar voor de rest heb ik een heel normaal leven. We zijn opa en oma geworden. Het leven gaat gewoon door.”