Bijval voor Aboutaleb: 'aanpak radicalisering vergt meer'

Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam is er duidelijk over: het geven van onderwijs en het creëren van banen is niet genoeg om radicalisering van jongeren tegen te gaan. Dat was gisteren ook zijn boodschap bij een conferentie in het Witte Huis. Aboutaleb krijgt bijval uit professionele hoek. "De werkelijke aanpak van radicalisering vergt iets anders."

"Werk moet je creëren omdat je werk belangrijk vindt", zegt directeur Marco Zannoni van het COT Instituut voor Veiligheid en Crisismanagement. Hij is betrokken bij onderzoek naar radicalisering en kritisch op de zogeheten 'voedingsbodemaanpak' van steden als Amsterdam en Rotterdam. "Daar hoort ook een baan of stage bij. Maar we weten al lang dat je dat niet vanwege de radicaliseringsaanpak moet doen, maar gewoon omdat je dat belangrijk vindt. De aanpak van radicalisering moet je toepassen op mensen die al aan het radicaliseren zijn. Geen brede aanpak, maar juist een hele specifieke."

Het hebben van een baan moet niet worden overschat, zegt Zannoni. "Het zal heus de kans op radicalisering verkleinen. Maar vaak is de drijfveer een ideologische, of hebben de jongeren een fascinatie voor geweld en avontuur. Voor hen spelen geen sociaal-economische belangen."

Met onderwijs is dat niet anders. "Als iemand echt geradicaliseerd is, heeft school geen enkele invloed." Zannoni pleit daarom voor een landelijk interventieteam, dat de kennis en ervaring over de aanpak van radicalisering bundelt en neerlegt bij hulpverleners ter plekke. "Je moet heel snel kunnen duiden waar het bij die specifieke persoon in zit", zegt hij. "Daar zijn geen makkelijke antwoorden op. Het is altijd complex."

Docenten trainen in het signaleren en aanpakken van radicalisering, is volgens Zannoni geen oplossing. "Dat zou te eenvoudig zijn. Het is wél belangrijk om een plek te bieden waar scholen naartoe kunnen gaan, waar mensen met ervaring ze kunnen helpen. Als iemand echt geradicaliseerd is, heeft school geen enkele invloed."