'Nederlandse tennis moet klaar zijn voor de toekomst'

Het Nederlandse toptennis zit in zwaar weer. "Het tennislandschap is de laatste twintig jaar veranderd", vertelt Jan Siemerink, oud-tennisser en directeur sportief bij de KNLTB. Samen met Paul Haarhuis, Jacco Eltingh en Richard Krajicek behoorde hij tot de gouden generatie. Nu breekt hij zich het hoofd over de vraag hoe het Nederlandse tennis een nieuwe bloeiperiode kan realiseren.

Siemerinks hoogste notering op de wereldranglijst is de veertiende plaats in 1998. Deze week, voor het eerst sinds oktober 2009, ontbreken de Nederlandse tennissers in de top-100 van de wereldranglijst.

Waar blijft de volgende gouden generatie van Nederlandse toptennissers? "Veel factoren maken het lastig om prof te worden", vertelt trainer en ex-tennisser Tjerk Bogtstra. "Dat heeft onder andere met geld te maken, want er zijn weinig mensen die het echt kunnen betalen. Dat is best triest."

Talent

In Nederland zijn veel tennisscholen, waar volop wordt gewerkt aan het opleiden van jonge tennissers. Heeft het dan vooral met het ontbreken van talent te maken? "Soms heb je een generatie en dan zitten ze er gewoon niet tussen", zegt Siemerink.

"Bovendien is talent een vaag begrip", vindt Bogtstra. "Als je van de buitencategorie bent, betekent dat nog niet dat je het ook haalt als prof en het betekent ook niet dat de categorie eronder het niet kan halen."

Toekomst

De Nederlandse tennisbond is achter de schermen bezig om de kwaliteit van de tennisscholen in Nederland te verbeteren. "We moeten er met z'n allen voor zorgen dat er structuur is en dat er een topsportomgeving wordt gecreëerd", zegt Siemerink.

"Als die talenten er dan wél bij zitten, dan zijn we er ook klaar voor. Je moet mee met je tijd en we moeten klaar zijn voor de toekomst."