Steeds meer mensen met meer dan één baan
Het aantal Nederlanders met meer dan één baan is de afgelopen decennia sterk gegroeid. In 1986 had 3 procent meerdere banen, in 2012 was dat 8 procent. Eenderde van hen werkt meer dan veertig uur per week. Dat concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een vandaag verschenen rapport.
“Wij stellen het als Nederlanders op prijs om veel vrije tijd te hebben, terwijl werkgevers ook steeds vaker kleine banen aanbieden”, vertelt Ronald Dekker, arbeidseconoom aan de Universiteit van Tilburg.
Dekker zegt in het NOS Radio 1 Journaal dat er veel mensen zijn die naast een volledige baan weleens een klusje doen als zelfstandige. "Mensen geven op deze manier vorm aan dat ze twee verschillende dingen kunnen, zoals bijvoorbeeld een hobby waar je nog een paar centen mee kunt verdienen."
Passen de roosters bij elkaar en heb je nog wel een gewoon sociaal leven?
Mensen combineren hun werk ook steeds vaker met een studie of mantelzorg, staat in het rapport. Vier op de tien werkenden volgen een opleiding of cursus. Dat geldt in mindere mate voor groepen met een zwakke arbeidspositie zoals ouderen, laagopgeleiden en flexwerkers.
Geen vaste banen
In het rapport staat ook dat mensen ouder dan 45 jaar die hun baan verliezen moeilijker weer aan werk komen. En als dat wel lukt, is dat vaak geen vaste baan. 20 procent van de herintreders boven de 45 krijgt een vast dienstverband. Bij herintreders onder de 45 is dat 35 procent.
"Dan is het hebben van twee banen bittere noodzaak om het inkomen rond te breien", zegt Dekker. Dat is niet altijd even praktisch, stelt hij. "Passen de twee roosters van de verschillende werkgevers fatsoenlijk bij elkaar en kun je dan nog wel een normaal sociaal leven leiden?"