Advocaat nabestaanden kapers dient klacht in

De advocaat van de nabestaanden van de omgekomen Molukse kapers bij De Punt dient een klacht in bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. De aanleiding is dat het ministerie een brief aan advocaat Liesbeth Zegveld ook aan de Volkskrant heeft gestuurd. De krant had de brief bovendien eerder dan Zegveld.

Negen Molukse jongeren kaapten in 1977 bij de Punt een trein. Na enkele weken maakten mariniers een einde aan de gijzeling. Zes kapers en twee gegijzelden kwamen daarbij om. Een kaper raakte zwaargewond.

Autopsie

In november klaagden nabestaanden van de vijf gedode treinkapers en de gewonde kaper de Staat aan. Volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld zijn zeker drie Molukse kapers van dichtbij door mariniers geëxecuteerd. Dat concludeerde ze op basis van autopsierapporten en een rapport van het Gerechtelijk Laboratorium.

Volgens Zegveld heeft de Nederlandse overheid er alles aan gedaan om de toedracht in de trein te verbergen. De nabestaanden en de gewonde kaper hebben de Staat in november aansprakelijk gesteld. Ze willen excuses en een schadevergoeding.

Vandaag reageerde minister Opstelten per brief. Hij vindt dat er geen sprake is van onrechtmatig optreden en dat er ook geen informatie is achtergehouden. De Staat wijst daarom alle aansprakelijkheid voor schade af, aldus Opstelten.

Persoonlijke correspondentie

De advocaat werd van de brief op de hoogte gesteld door een journaliste van de Volkskrant die de brief al had. Zelf beschikte Zegveld nog niet over de brief. Ze is ontstemd over deze gang van zaken.

"Het gaat om een brief in een zaak tussen de Staat en mijn cliënten. Sinds wanneer stuurt de Staat persoonlijke correspondentie naar de media?", vraagt Zegveld zich af. "Het valt ons al langer op dat de Staat de pers eerder informeert dan ons. Maar dat het nu ook gebeurt met persoonlijke correspondentie overschrijdt alle grenzen."