De rechters van het Internationaal Gerechtshof, in het midden president Tomka

Hof: geen genocide door Servië en Kroatië

Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag heeft de aanklachten van Kroatië en Servië tegen elkaar wegens genocide afgewezen.

Volgens de hoogste VN-rechtbank zijn er in de oorlog tussen 1991 en 1995 wel degelijk misdrijven gepleegd die de kenmerken hadden van een volkerenmoord, maar het bewijs ontbreekt dat de daders ook een vooropgezet plan hadden om een bevolkingsgroep uit te roeien.

Vukovar

Kroatië spande de zaak tegen Servië in 1999 aan, vanwege de verwoesting van de Kroatische grensstad Vukovar in 1991. Joegoslavische en Servische strijders schoten de stad volledig in puin.

Servië kwam tien jaar later met een tegenklacht. Volgens de Serviërs pleegde het Kroatische leger in 1995 genocide toen het de opstand van de Servische minderheid in Kroatië hardhandig neersloeg.

Korte metten

Het hof stelde vast dat er op de Balkan een patroon van vervolging was, met name van Kroaten in de gebieden die Servische troepen aan het begin van de oorlog bezet hielden. Maar met de Kroatische genocide-claim maakten de rechters korte metten.

Kroatië heeft volgens het hof niet aangetoond dat er sprake was van opzet tot volkerenmoord. Verder wogen de rechters mee dat het Joegoslaviëtribunaal, dat individuen vervolgt, nog nooit iemand heeft aangeklaagd voor genocide in Kroatië.

Een soortgelijke redenering volgde het hof bij de Servische tegenklacht. Bewoners sloegen massaal op de vlucht, maar een opzet van volkerenmoord is niet aangetoond.

Onderlinge betrekkingen

Voorafgaand aan de uitspraak riepen beide landen op om het vonnis te respecteren. De verhouding tussen Kroatië en Servië staat al jaren onder druk, mede vanwege de genocide-aanklachten. Gehoopt wordt dat het vonnis van vandaag de betrekkingen verbetert.

Hoop op normale toekomst relatie Servië en Kroatië

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl