In de rij voor de gaarkeuken tijdens de Hongerwinter

70 jaar na de Hongerwinter

Honger en kou hielden West-Nederland zeventig jaar geleden in hun greep tijdens de laatste oorlogswinter, die de geschiedenis is ingegaan als de Hongerwinter. Zeker 20.000 mensen stierven door honger, ziektes en ontberingen.

De NOS blikt vanavond om 20.25 uur op NPO 2 terug op de Hongerwinter, in een programma met gasten en reportages vanuit de Zuiderkerk in Amsterdam.

Een van de gasten in het programma is cabaretier Paul van Vliet, die als 9-jarige jongen meemaakte hoe Den Haag die winter veranderde in "een stad van dood, verderf en gebrek". "Er was niets meer; geen kolen, geen eten, geen kleren."

Gaarkeukens

Het westen van Nederland kreeg geen voedsel en brandstof meer aangeleverd, nadat de Nederlandse regering op 17 september 1944 de Spoorwegstaking had afgeroepen. De Duitsers konden zo geen troepen verplaatsen, terwijl de geallieerden bezig waren met hun opmars.

Zuid-Nederland werd bevrijd, maar de bevrijding van de rest van Nederland liet op zich wachten. De Duitsers bestraften de Spoorwegstaking met een tegenmaatregel: voedsel en brandstof mochten ook niet per schip vervoerd worden.

Lange rijen voor de gaarkeukens waren het gevolg, waar de waterige soep steeds dunner werd. Mensen namen hun toevlucht tot bloembollen en suikerbieten. Alles wat brandbaar was, werd meegenomen en gestookt op noodkacheltjes. Intussen werd het buiten steeds kouder.

De Hongerwinter
De Hongerwinter in de grote steden

Van Vliet zag zijn moeder voor het eerst huilen toen hij vroeg of ze echt niets meer te eten voor hem had.

Hij werd meegestuurd met het laatste kindertransport naar het noorden, waar de hongerige kinderen werden verdeeld onder (boeren)gezinnen, die nog genoeg te eten hadden. Een gevaarlijke tocht, waarbij ook onderduikers werden meegesmokkeld. “Bij mijn pleegouders in Friesland viel ik meteen flauw na de eerste maaltijd. Mijn maag was helemaal van streek.”

In totaal werden zo’n 40.000 kinderen in het noorden onder dak gebracht om aan te sterken en het einde van de oorlog af te wachten. De kunst was je zo snel mogelijk aan te passen aan de nieuwe situatie. “Ik heb Fries geleerd en noemde mezelf Pauwke Vlietstra. Het nieuwe gezin nam mij op als een eigen zoon.”

Kindertransporten tijdens de Hongerwinter

Ook te gast in de uitzending is Jan Terlouw, oud-politicus en schrijver van het jeugdboek Oorlogswinter. Hij woonde in de buurt van Zwolle en zag daar als 13-jarige een eindeloze stroom mensen voorbijkomen, die te voet met karren en kinderwagens naar de boeren gingen om eten te kopen of te ruilen voor spullen.

Terlouw hielp mensen bij de reparatie van hun karretje of begeleidde ze op weg naar afgelegen boerderijen. “De boeren deden wat ze konden. Daarvoor heb ik niets dan lof."

Stedelingen trekken naar het platteland om eten te halen

’s Avonds ging Terlouw met zijn vader, een dominee, mee naar een verenigingsgebouw waar de mensen overnachtten. “Sommige mensen wilden mijn vader even aanraken. Heel aangrijpend vond ik dat. Daarin hoorde je de eenzaamheid en machteloosheid.”

De meeste slachtoffers van de Hongerwinter vielen onder alleenstaande ouderen, sociaal zwakkeren en mensen die geen hulp van anderen kregen.

De gezichten van de Hongerwinter

NOS 70 jaar na de bevrijding: de Hongerwinter, 20.25 - 21.50 uur op NPO 2 en NOS.nl

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl