Rutten: we kunnen voetballen én vechten
In navolging van PSV, Ajax en PEC Zwolle begon ook Feyenoord de tweede seizoenshelft met een overwinning, 3-1 tegen FC Twente. Daarmee kenden de Rotterdammers een goede generale voor de klassieker tegen Ajax van volgende week.
"Twente stond defensief goed met vijf man op een rij", aldus Rutten. "Er was niet doorheen te komen. Echt goed voetbal werd ons onmogelijk gemaakt. Maar we kunnen voetballen en vechten. Dit was een vechtwedstrijd. Na de gelijkmaker van Twente weten we ons toch te herpakken."
Schreuder: duidelijk niet goed genoeg
Ruttens collega Alfred Schreuder was teleurgesteld. "In drie minuten krijgen we twee goals tegen en geven we de wedstrijd weg", aldus de coach van FC Twente. "Dat mag niet gebeuren. Feyenoord maakte beter gebruik van de kansen. Wij hadden meer en betere kansen, maar benutten die niet. We zijn niet goed genoeg, dat is duidelijk. Uiteindelijk moeten we hiervan leren."
De 35-jarige Orlando Engelaar, die in de jeugd voor Feyenoord speelde, kreeg van Schreuder een kans op het middenveld. "Ik moet voor ervaring, rust en stabiliteit zorgen, maar helaas is dat vandaag niet gelukt", aldus Engelaar.
De routinier verzorgde na rust de gelijkmaker, maar Twente gaf de wedstrijd toch weer uit handen. "We hebben een heel jonge selectie die veel moet leren. Dat zie je wekelijks terug. Wisselvallig of niet, de doelstelling blijft een plaats bij de eerste vijf."
Toornstra: misschien neem ik volgende strafschop
Feyenoorder Jens Toornstra kijkt met zijn ploeg nog naar de bovenste plaatsen. Volgende week wacht nummer twee Ajax in Amsterdam. Het verschil tussen beide teams is nu acht punten. "Twente is een goede ploeg en Ajax ook", zei Toornstra. "We hebben vertrouwen getankt. Op naar volgende week."
Wie bij een eventuele penalty volgende week achter de bal gaat staan, is nog onduidelijk. Colin Kazim-Richards was in de eerste helft van het duel met Twente al de vijfde Feyenoorder op rij die een strafschop miste in de eredivisie.
"Ik ga er over nadenken", aldus Rutten. "Misschien ben ik nu wel de volgende", zei Toornstra.