Zittenblijvers kosten honderden miljoenen
Leerlingen die een schooljaar overdoen, kosten jaarlijks 500 miljoen euro. Dat is 3 procent van de totale uitgaven aan het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) is zittenblijven een 'duur instrument' en zijn er waarschijnlijk efficiëntere manieren om hetzelfde onderwijsniveau te bereiken.
Een leerling volgt nu een jaar lang hetzelfde onderwijs terwijl de achterstand vaak alleen betrekking heeft op een deel van de stof. Het CPB pleit ervoor om te experimenteren met alternatieven zoals zomerscholen en bijspijkercursussen.
Volgens het CPB kost doubleren de schatkist indirect nog eens 900 miljoen per jaar. De zittenblijvers komen later op de arbeidsmarkt en betalen daardoor later premies en belastingen.
Halveren
Staatssecretaris Dekker van Onderwijs reageerde op het CPB-onderzoek in het programma Grand Café Kranenbarg op NPO Radio 2. "We wisten al dat zittenblijven een ouderwetse en dure manier is om leerlingen erbij te houden", zei hij. Dekker is blij met de bevestiging dat alternatieven geld kunnen besparen. Hij wil het aantal zittenblijvers de komende jaren halveren.
Bijna de helft van alle leerlingen blijft minimaal één keer zitten. In het voortgezet onderwijs is de kans op doubleren tweemaal zo groot als in het basisonderwijs.