Nachtwerk voor 60-jarige ijsmeester NK sprint

De ijsbaan van Kardinge is de laatste jaren uitgegroeid tot dé sprintbaan van Nederland. Sinds 1997 werden de NK sprint al negen keer in het hoge noorden verreden. Komend weekend wordt het toernooi op het Groningse ijs voor de tiende maal gehouden.

IJsmeester Gé Beetsma maakte alle sprinttoernooien van dichtbij mee. De 60-jarige Beetsma is al sinds 1980 ijsmeester in Groningen. NOS Sport blikt met hem vooruit.

Wat maakt Kardinge tot de sprintbaan van Nederland?

“De NK sprint is ons op het lijf geschreven. Hier kunnen 3.000 tot 4.000 mensen de wedstrijd bekijken. Het is een kleine accommodatie. We zijn een semi-buitenbaan, er is veel wind, de boventemperatuur is altijd laag, waardoor het ijs hard is. De sprinters houden van hard ijs. Het is dan wel altijd fris hier binnen, maar daar kunnen we niets aan doen.”

Thialf is Thialf. Er zijn toch wel meer redenen waarom Kardinge wordt uitgekozen?

“Ten eerste denk ik dat de KNSB tevreden is. We besteden veel aandacht aan ons ijs. En daarnaast zijn sprintwedstrijden gewoon wat minder populair in Nederland. Een allroundtoernooi in Heerenveen is altijd uitverkocht. Met sprintwedstrijden heb je dat niet. Dat toernooi is ook binnen een paar uur afgewerkt. Nederland is gewoon een allroundland, maar ik zie wel dat de belangstelling groeiende is.”

Hoe ziet zo’n week voor de Nederlandse kampioenschappen er voor u uit?

“Ik doe het niet alleen. We bestaan uit veel vrijwilligers. Het ijs prepareren we met zijn tienen. Vanaf dinsdag zijn we elke nacht aan het werk om het ijs optimaal te krijgen. Schaven, uitvlakken, dweilen. We beginnen 's avonds om 22.00 uur en werken tot 7.00 uur door. Of ik daar na al die jaren aan gewend ben? Nee, maar het hoort nou eenmaal bij mijn werk.”

Als we de voorgaande negen toernooien op een rijtje zetten, welk NK is volgens u dan het mooist?

“De NK sprint van 2013 was misschien wel het mooiste sprinttoernooi dat hier ooit is verreden. Het was een graad of 10 en er werd toen ontzettend hard gereden voor Groningse begrippen. De omstandigheden waren uitstekend. Het toernooi werd uiteindelijk op duizendsten beslist. Stefan Groothuis en Marrit Leenstra waren toen de winnaars.”

Momenteel staan er scherpe baanrecords bij de mannen. Op de 500 meter 35,23 (Ronald Mulder) en op de 1.000 meter 1.10,12 (Stefan Groothuis). Hoe lang duurt het nog totdat er een 34’er of in de 1.09 wordt gereden?

“Wanneer weet ik niet, maar het kan wel. Dan moet echt alles mee zitten. Wij kunnen bijvoorbeeld niet zoals in Thialf de luchtvochtigheid regelen. Dat is iets wat heel belangrijk is voor het schaatsen. De weersomstandigheden, het ijs, de temperatuur, het aantal toeschouwers en de vorm van de schaatsers. Als dat allemaal samenvalt, dan zou het weleens kunnen gebeuren. Dit weekend denk ik niet. De weersvoorspellingen zijn niet goed.”

Als een schaats(st)er een baanrecord rijdt, bent u dan trots op uzelf?

“Nee. Ik ben alleen een schakel. Als wij de schaatsers het gevoel kunnen geven dat het ijs goed is, dan hebben wij ons werk goed gedaan. De rest is aan de schaatsers. Zij moeten het uiteindelijk doen. Het is niet zo dat ik bij een goede tijd mezelf een schouderklopje geef.”

Wat doet u tijdens het toernooi?

“Ik loop dan zenuwachtig heen en weer, bij wijze van spreken. Ik ben eindverantwoordelijk voor het ijs. Ik wil alles kunnen overzien. Meestal ga ik in de bocht staan bij de zamboni. Ik heb met veel mensen te maken, ik wil in contact staan met de juryleden. Er gebeurt namelijk van alles.”

En als het toernooi zonder problemen is verlopen?

“Dan ben ik bekaf.”

Tot slot. Waar hoopt u komend weekend op?

“Ik hoop dat er een baanrecord wordt gereden op de 1.000 meter bij de mannen.”

Dat staat op 1.10,12.

“Het is dat jij het zegt. Ik weet gek genoeg die tijden nooit. Het gaat mij om het ijs en ik zie aan de reactie van de schaatsers wel of het goed was.”

NOS Sport zendt zaterdag en zondag zowel op televisie als op internet de KPN NK sprint live uit.