Molenaar kleedde prinsessen en vuilnismannen

De vrijdag overleden Frans Molenaar wordt gezien als een van de eerste echt moderne ontwerpers. Hij bestormde de catwalks met strepen, veel zwart-wit en grafische ontwerpen. Molenaar wilde geen aftreksel van de Parijse haute-couture laten zien, hij werkte aan een eigen stijl.

Daar begon hij al jong mee. Terwijl hij op school naar buiten zat te kijken, bedacht hij nieuwe kledingstukken voor zichzelf of voor zijn zusje. De familie hield van mooie kleding. Moeder was handig met naald en schaar, vader was verkoopdirecteur van een confectiebedrijf. Hij bracht vaak coupons mee naar huis.

Dat de jonge Frans een toekomst zag in de mode, was voor zijn ouders geen probleem. Zijn homoseksualiteit evenmin. In zijn ouderlijk huis in Amsterdam had Frans een eigen atelier op zolder, waar hij eind jaren 50 werkte aan de opdrachten van de Opleiding Vakschool voor Kleermakers.

Directe aanpak

Als jonge ontwerper ging Molenaar in 1959 naar Parijs en liep daar binnen bij het modehuis van Christian Dior, met de mededeling dat hij er graag wilde werken. Die directe aanpak werkte, want hij kreeg er een stageplaats. Later volgden er betaalde opdrachten in Frankrijk en Nederland.

Terug in Amsterdam opende hij in 1967 een winkel in de Van Baerlestraat in Amsterdam-Zuid. Om een naam op te bouwen, benaderde hij bekende vrouwen als Mies Bouwman en Rita Reys met de vraag of hij hen mocht kleden. Prinses Margriet droeg zijn ontwerpen en Adèle Bloemendaal. Van zijn kleding werd gezegd dat het allemaal erg "draagbaar" was.

Molenaar had ook een, in de modewereld niet altijd gebruikelijk, instinct voor ondernemerschap. Van haute-couture alleen kan de schoorsteen niet roken, meende hij. Molenaar ontwierp daarom ook bedrijfskleding. Voor vuilnismannen in Den Haag maakte hij in 1969 nieuwe pakken. Voor de landmacht ontwierp hij uniformen en voor vakkenvullers van Albert Heijn nieuwe jasjes.

Ook werkte Molenaar voor de gewone confectiewinkels, zoals C&A. Wat de buitenwereld daarvan vond, vond hij niet zo interessant. Iedereen had volgens hem het recht om in comfortabele, mooie kleding te lopen.

Molenaar hield zich niet alleen bezig met kleding. Hij maakte ook uitstapjes: glaswerk voor Royal Leerdam, een servies voor Mosa, stoelen voor Prominent. Hij stylede een speciale Ford Ka en een fiets voor Sparta. En dan waren er nog talloze attributen die meer aan de mode zijn gelieerd, zoals schoenen en zonnebrillen.

Rits

Voor aanstormend talent had hij zelf de Frans Molenaar Prijs in het leven geroepen. Jonge, nieuwe couturiers werden daarmee jaarlijks onderscheiden. Ze krijgen 10.000 euro en persoonlijke adviezen van de meester. Dat kon een artistieke wenk zijn, maar evengoed een adresje voor een goede rits.