Deflatiespook waart door Europa

Europa kent deflatie. De prijzen zijn in Europa in december gedaald met 0,2 procent. Het is voor het eerst sinds 2009 dat de kosten van levensonderhoud niet hoger zijn, maar lager.

In november stegen de prijzen nog, toen was de inflatie 0,3 procent. De huidige deflatie is vooral het gevolg van de scherp dalende energieprijzen, waaronder de benzineprijzen. De cijfers zijn bekendgemaakt door het Europees Bureau voor de Statistiek Eurostat.

Energieprijzen vormen een belangrijke component voor het inflatiecijfer. Als de energieprijzen niet meegerekend worden, rolt er een inflatiecijfer uit van 0,6 procent, hetzelfde als in de maand november. De prijzen voor eten en drinken, alcohol en tabak bleven gelijk.

Negatieve spiraal

Deflatie is het verschijnsel dat prijzen dalen, levensonderhoud en spullen goedkoper worden. In een gezond draaiende economie zorgen vraag en aanbod, koopkracht en bestedingen en grondstofprijzen voor stijgende prijzen.

Eigenlijk is deflatie een symptoom van een kwakkelende economie: de vraag en de bestedingen blijven achter, waardoor de prijzen dalen. Het wordt gezien als een negatieve spiraal voor de economie, omdat consumenten geneigd zijn hun bestedingen uit te stellen. Als dat langer het geval is en aansleept wordt wel gesproken van stagflatie.

De huidige prijsdaling is eigenlijk een wat apart geval, omdat de daling uitsluitend veroorzaakt wordt door de lage brandstofprijzen terwijl de rest van de prijzen wel nog licht stijgen.

ECB

De inflatie daalt al geruime tijd. De Europese Centrale Bank (ECB) hanteert een inflatiedoel van rond de 2 procent als gewenst prijspeil.

Het tegenvallende deflatiecijfer kan reden zijn voor de ECB om met extra maatregelen te komen om de economie te stimuleren en de vraag aan te wakkeren. Bankpresident Mario Draghi heeft al herhaaldelijk gezegd dat de ECB zich zorgen maakt over de te lage inflatie.