OM zet infiltranten in tegen jihadverdachten

Politie en justitie zetten infiltranten in tijdens strafrechtelijke onderzoeken naar mogelijke jihadreizigers. Dat zeggen de verantwoordelijke officieren van justitie in Opportuun, het blad van het Openbaar Ministerie.

"Infiltratie is een vergaand opsporingsmiddel dat bij andere strafonderzoeken slechts bij uitzondering wordt toegepast, maar bij jihadverdachten soms onontkoombaar is", zegt officier van justitie Ferry van Veghel.

"Deze jongens zijn qua technologie ver, werken met smartphones, ze skypen, whattsappen, wat al niet. Social media zijn dus belangrijk. Klassieke opsporingsmethoden schieten soms tekort en daarom schrikken we er soms niet voor terug zwaardere bevoegdheden als informanten en infiltranten in te zetten'', zegt Van Veghel.

Onvermijdelijk

Volgens officier van justitie Bart den Hartigh wordt het strafrecht in de aanpak van jihadisme en terreurdreiging soms ingezet om dingen te voorkomen, zonder dat het leidt tot succesvolle vervolging. "Je gaat mensen eerder aanhouden en dan zul je mensen ook eerder moeten vrijlaten."

Van Veghel: "We moeten ons realiseren dat het bijna onvermijdelijk is dat we zo nu en dan een zaak hebben waarbij we te weinig bewijs hebben. Omdat de interventie te vroeg is geweest. Of omdat de informatie misschien niet juist was. Als het risico groot is, grijp je bij twijfel eerder in."

Aanslag voorkomen

Bij gewone strafrechtelijke onderzoeken worden vaak pas verdachten aangehouden als het onderzoek bijna rond is. "Maar hier heb je soms maar een paar uur waarin je moet aanhouden, verhoren en doorzoeken. Ook als dat geen bewijsbare strafzaken heeft opgeleverd, heb je misschien wel een aanslag voorkomen", zegt Den Hartigh in Opportuun.

Volgens de aanklagers lopen er momenteel 45 strafrechtelijke onderzoeken tegen ongeveer zeventig verdachten. Elke maand komen er zo'n tien onderzoeken bij.