In het Groene Hart zitten geen pluimveebedrijven met vrije-uitloopkippen. In andere waterrijke gebieden zijn er wel een paar, maar ook die zijn relatief goed afgeschermd van het water. Dat verklaart vrijwel zeker dat vrije-uitloopkippen niet getroffen zijn door het vogelgriepvirus H5N8.
Deze week werd bekend dat het virus is aangetroffen in de poep van smienten. Dat betekent dat deze wilde eenden het voor pluimvee dodelijke virus waarschijnlijk naar Nederland hebben gebracht. Drie bedrijven in het Groene Hart en twee in het waterrijke gebied van Kamperveen zijn besmet geraakt.
In waterrijke gebieden zitten bijna alleen gesloten pluimveebedrijven. Dat komt doordat kippen niet met open water in contact mogen komen, juist omdat daar allerlei virussen rondwaren.
Kippen op uitloopbedrijven zijn even gevoelig"
Vogelvrienden en politici veronderstelden deze week dat kippen getroffen worden doordat de sector gericht is op zoveel mogelijk productie. “De sector selecteert kippenrassen die snel groeien. Dan krijg je zwakke beestjes met weinig weerstand”, zei D66-Kamerlid Schouw gisteren in NRC Handelsblad.
Mogelijk zijn biologische kippen en andere vrije-uitloopkippen inderdaad iets ‘robuuster’ dan kippen die nooit buiten komen. Maar wetenschappers van het Centraal Veterinair Instituut in Lelystad verzekeren dat dit bij het H5N8-virus geen rol speelt.
“De kippen op uitloopbedrijven zijn even gevoelig en het afweersysteem is vergelijkbaar”, zegt een woordvoerder. “En dus verklaren de locaties van de uitloopbedrijven hoogst waarschijnlijk waarom zij gespaard zijn gebleven.”
Biokippen
De productie van vrije uitloopeieren heeft de laatste jaren een hoge vlucht genomen. Volgens Eric Hubers, voorzitter van de vakgroep Pluimveehouderij van LTO Nederland, leggen vrije uitloopkippen inmiddels 23 procent van alle Nederlandse eieren. Daarvan is weer eenderde afkomstig van de biologische kippen.
Een van de grootste biologische pluimveebedrijven, dat van Willem Remijnse, ligt wel bij waterrijk gebied. Hij heeft een bedrijf met 43.000 biokippen in Kraggenburg, in de Noordoostpolder, op ruim 2 kilometer van het Zwarte Meer.
Toch ziet Remijnse nooit eenden of andere watervogels op zijn land. Hij houdt ze weg met bomen. Om zijn 4,5 hectare uitloop heeft hij 700 wilgen geplant. Dat willen watervogels niet; zij zoeken de vrije ruimte op. “Ik heb hier nog nooit een eend of een gans gezien”, zegt Remijnse.
Ik heb hier nooit een eend gezien