NOS NieuwsAangepast

'Russen vermoordden Nederlander in Tsjetsjenië'

Een voormalig geheim agent uit Rusland heeft toegegeven dat hij betrokken was bij de moord op de Nederlander Hans Elkenbout in 1996. De Rode Kruis-medewerker werd samen met vijf collega's vermoord in Tsjetsjenië. In die Russische deelrepubliek voerden Rusland en Tsjetsjeense rebellen van 1994 tot 1996 oorlog.

De slachtoffers waren afkomstig uit Nieuw-Zeeland, Canada, Spanje en Noorwegen en werkten samen met Elkenbout in het ziekenhuis van Novye Atagi, vlakbij de hoofdstad Grozny. De zes werden 's nachts in het ziekenhuis doodgeschoten.

Commando

Ex-agent Aleksi Potjomkin zegt in de Britse krant The Times dat een commando van de FSB, de Russische geheime dienst, achter de moordpartij zit. Potjomkin maakte zelf deel uit van dat commando. Volgens hem ging het om een vergissing en hadden de agenten het eigenlijk gemunt op Tsjetsjeense rebellen.

De Rus zegt dat hij kort voor de moordpartij nog in een vuurgevecht met Tsjetsjenen verwikkeld was. Kort na de fatale vergissing probeerden hij en zijn kompanen hun betrokkenheid te verdoezelen, door identiteitsbewijzen van gevangen Tsjetsjenen op de plaats delict achter te laten. Potjomkin zegt dat het commando vlak daarna naar Moskou terugkeerde.

Niet onderzocht

Moskou heeft de zaak nooit onderzocht. "Waarom zouden de generaals zich druk maken om een paar dode buitenlanders, terwijl we zelf duizenden slachtoffers hadden", zegt Potjomkin in The Times. "Uiteindelijk was het ook te kostbaar om ons te straffen. Ze hadden veel geïnvesteerd in onze training."

Alexandr Tsjerkasov van de Russische mensenrechtenorganisatie Memorial twijl aan het verhaal van de de majoor. Volgens Tsjerkasov zouden er op de lokatie nooit Tsjetsjeense identiteitsbewijzen aangetroffen zijn.

Potjomkin zou inmiddels in Duitsland zijn ondergedoken, omdat hij als overgelopen agent zijn leven in Rusland niet zeker is.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl