Studie: jongeren presteren niet slechter door alcohol
Een Utrechtse promovenda die onderzoek heeft gedaan naar het effect van alcohol in het puberbrein, heeft geen harde bewijzen voor omvangrijke schade kunnen vinden. Sarai Boelema promoveert vrijdag in Utrecht op haar onderzoek.
De onderzoeker volgde 2230 jongeren over lange tijd. De drinkers functioneerden niet slechter dan niet-drinkers als het gaat om geheugen, impulscontrole en concentratievermogen.
Veel studies vergelijken problematische drinkers met niet-drinkers. Boelema pakte het anders aan, zij selecteerde een dwarsdoorsnede van de Nederlandse jeugd. "Er wordt vaak gewaarschuwd dat het puberbrein extra kwetsbaar is voor alcohol, maar daar is weinig onderzoek naar gedaan. De studies die er wel zijn, wijzen niet eenduidig dezelfde kant op," zegt Boelema in de Volkskrant.
Verslaafde jongeren
Het huidige beeld is volgens de promovenda vooral gebaseerd op onderzoek naar alcoholverslaafde pubers. "De cognitieve schade die dat kan opleveren, is ten onrechte veralgemeniseerd. Bovendien hebben verslaafden vaak psychische problemen. Mogelijk verklaart dat hun slechte cognitieve prestaties."
Volgens Boelema is er meer onderzoek naar het effect van alcoholgebruik door jongeren nodig. Haar onderzoek lijkt erop te wijzen dat de effecten van alcohol op het puberende brein subtieler zijn dan tot nu toe werd aangenomen.
"Alcohol is slecht voor kinderen"
In de Volkskrant is staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid kritisch op het onderzoek. "Dat alcohol slecht is voor kinderen staat als een paal boven water. Tegenover dit onderzoek staan tal van onderzoeken naar de schade door alcohol bij ongeboren kinderen, door comazuipen, en de relatie met probleemgedrag en onderzoeken naar bijvoorbeeld korsakov."
Dat alcohol slecht is voor kinderen staat als een paal boven water.