Drie jaar cel voor Syriëganger, echtgenote vrijgesproken
Voormalig Syriëganger Maher H. moet drie jaar de cel in. Volgens de rechtbank staat vast dat H. in Syrië heeft meegedaan aan de gewapende strijd en dat hij in Nederland anderen heeft opgeroepen om deel te nemen aan de jihad. Tegen hem was ook drie jaar cel geëist. Zijn vrouw, tegen wie vier jaar was geëist, is vrijgesproken.
Het is de eerste uitspraak in een strafzaak tegen een Syriëganger. De 20-jarige H. gaf tijdens zijn proces toe dat hij in Syrië is geweest, maar zegt dat hij alleen humanitaire hulp heeft verleend door onder meer voedselpakketten uit te delen.
Het Openbaar Ministerie liet echter foto’s zien waarop H. in camouflagekleding staat met een kalasjnikov in zijn handen. Ook zou uit onderschepte chatgesprekken blijken dat hij aan de gewapende strijd heeft deelgenomen.
Hij werd daarom vervolgd voor het voorbereiden van moord of doodslag met een terroristisch motief. Ook stond hij terecht voor opruiing na zijn terugkeer in Nederland.
Echtgenote vrijgesproken
Zijn vrouw had volgens het OM een spilfunctie. Niet alleen ronselde ze zes mensen voor de jihad, van wie er drie ook daadwerkelijk zijn vertrokken, ook onderhield ze contacten met jihadisten in Syrië. Tegen haar was vier jaar cel geëist. Volgens de rechtbank biedt het dossier onvoldoende aanknopingspunten voor een veroordeling.
Volgens de rechtbank is het Nederlands strafrecht van toepassing op het gewapend conflict in Syrië. Deelname aan de strijd is dus strafbaar, stelt de rechtbank, en dat geldt niet alleen voor Nederlanders die zich hebben aangesloten bij jihadistische strijdgroepen als Al-Nusra en IS.
Werkstraf
De rechtbank veroordeelde een andere verdachte, Imad el O., tot 200 uur werkstraf.
Hij had een 16-jarig meisje onttrokken aan het ouderlijk gezag. Vanuit Caïro had hij een ticket voor haar gekocht om naar Egypte te vertrekken.
Een dag voor het vertrek was hij een islamitisch huwelijk aangegaan met het meisje. Het meisje werd op het Belgische vliegveld Zaventem tegengehouden. Volgens de rechtbank is niet bewezen dat El O. met het meisje vanuit Egypte door wilde reizen naar Syrië.