"Maakt u daar maar geen foto van, dat is even niet zo handig", zegt directeur Ron Dulkes van de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid als ik een foto wil maken van een soort antitankwapen.
Het toont toch het ongemak van de situatie. Een grote hal in de Rotterdamse Ahoy vol met het modernste materieel voor het strijdtoneel. De organisatie spreekt ook niet van een wapenbeurs maar van een symposium en tentoonstelling voor veiligheid en defensie. "Er zijn hier ook fabrikanten die systemen maken die bedoeld zijn voor bijvoorbeeld politie, brandweer en justitie", zegt Dulkes.
Hij loopt intussen langs de Boxer, een soort pantservoertuig met acht wielen. "Het onderste deel wordt gebouwd in Duitsland maar een bedrijf in Ede maakt de bovenkant en dat betekent werk voor zo'n 150 man." Defensie heeft er een aantal gekocht die dienst gaan doen als ambulancevoertuig.
Een cynicus zou kunnen constateren dat deze bedrijfstak profiteert van de huidige internationale spanningen. "Waar het om gaat is dat onze mensen van defensie het beste materiaal meekrijgen", zegt directeur Dulkes. Want nadat militairen de afgelopen jaren te maken hadden gekregen met de ene na de andere bezuiniging lijkt het tij nu te keren.
"Ik weet niet of dat cynisch is, na jaren van bezuinigingen is er nu weer veel aandacht voor veiligheid en defensie en dan is het goed dat de mensen die de spullen nodig hebben, kunnen zien wat er mogelijk is. In 2013 verstrekte Nederland voor 964 miljoen euro aan wapenexportvergunningen en daarmee staat ons land op de 14e plaats als wapenexporteur. En dan gaat het vooral om ondersteunende systemen, niet direct om apparatuur die munitie afvuurt.
Intussen loopt Sonja Zimmermann mee terwijl ze alles fotografeert. Niet omdat ze het allemaal mooie spullen vindt. "Het wapengekletter loopt totaal uit de hand in de wereld, vooral in Israël", zegt ze. Met een groep actievoerders staan ze vandaag bij de ingang van Ahoy. Ze zijn van de Stichting Diensten en Onderzoek Centrum Palestina en willen Minister Hennis van Defensie een protestbrief aanbieden.
"Het gaat ons vooral om de militaire samenwerking van ons land met bedrijven als Elbit. Die bouwen drones en allerlei ander wapentuig dat massaal wordt ingezet tegen de Palestijnen. De vuurkracht van 3 atoombommen op een gebied dat half zo groot is als Texel."
De directeur van de NIDV die de beurs vandaag houdt heeft geen problemen met de aanwezigheid van de actievoerders. "Als ze maar begrijpen dat hier ook bedrijven zijn die spullen maken waar vredesmissies mee worden volbracht", zegt Dulkes.
Iets na 09.00 uur arriveert minister Hennis bij de beursvloer en overhandigt het handjevol actievoerders de brief. Inhoudelijk geeft de minister geen reactie. "Het lijkt me heel verstandig met de spanningen aldaar dat ik er nu niet op reageer. Minister Koenders heeft er gisteren in de Kamer over gedebatteerd en ik heb er nu niets aan toe te voegen."
Intussen zegt Mat Herben, woordvoerder van de beurs, dat de demonstranten er niet veel van hebben begrepen. "Nederland maakt helemaal geen wapens, daar zijn we jaren geleden al mee gestopt." Volgens hem levert de Nederlandse industrie spullen die worden gebruikt voor internationale acties die door parlement en Kamer zijn goedgekeurd.
Tussen de stand van Nederlandse bedrijven staat ook een kraam van het Israëlische Elbit. Dat heeft zijn wapensysteem trouwens thuisgelaten.