Totale verwoesting in Syrische stad Homs
Wapengekletter hoor je niet meer in Homs. Maar ook een half jaar na de herovering van de stad door het Syrische leger, is het leven er nog verre van normaal.
Correspondent Sander van Hoorn bezocht de afgelopen dagen een lege, stille stad. De helft van de huizen in de oude stad ligt in puin. "Gebouwen hangen van staaldraad aan elkaar", zegt Van Hoorn. "Huis na huis, straat na straat: totale verwoesting."
Van Hoorn maakte vanuit een rijdende auto beelden van de ravage. Op straat is bijna niemand te zien. Een straat is geblokkeerd door het wrak van een vrachtauto. Niemand die er last van heeft; verkeer is er toch niet.
Achterblijvers en terugkeerders hebben gebrek aan alles. De meesten zijn nog altijd aangewezen op voedselhulp. "Soms zie je een winkeltje, dat als een woestijnbloem geopend is", zegt Van Hoorn. Maar de eigenaar, die bonbons verkoopt, heeft nauwelijks klanten.
Homs was ook 45 jaar de woon- en werkplaats van de Nederlandse pater Frans van der Lugt. Hij werd op 7 april, een maand voordat Homs in handen viel van het leger, uit zijn huis gesleurd en doodgeschoten. Hij heeft een graf gekregen op de binnenplaats van het jezuïetenklooster.
Van der Lugt weigerde uit Homs te vertrekken, ook toen de stad vrijwel onbewoonbaar was. Twee maanden voor zijn dood zei hij tegen Van Hoorn: "Ik ben er voor alle Syriërs en als ik mijn huis verlaat, blijft er niets van over".
Heel veel meer mensen zouden de pater missen als ze zouden terugkeren.
Nu herinnert een muurschildering aan de Nederlandse pater. In een gedenkboek heeft iemand geschreven: "Je nagedachtenis is eeuwig".
"En misschien", zo zegt Van Hoorn, "zouden heel veel meer mensen hem missen als ze zouden terugkeren. Maar minimaal de helft van het oude Homs is onbewoonbaar."