Cao-akkoord in de gezondheidszorg

In de zorg hebben de werkgevers en vakbonden een cao-akkoord bereikt. In het tweejarig akkoord gaat het personeel in de verpleeg- en verzorgingshuizen, de thuiszorg en de kraamzorg er in totaal 3,1 procent op vooruit.

Het akkoord staat gelijk aan koopkrachtbehoud: over 2010 krijgt het personeel er 1,1 procent bij en volgend jaar twee procent. Ook zijn er afspraken gemaakt over stagevergoedingen en uren als tijdtegoed voor oudere medewerkers.

Wervend

Volgens onderhandelaar Wim van der Hoorn waren er onder meer met het kabinet afspraken gemaakt om de koopkracht van medewerkers in de zorg te behouden.

Daarbij komt dat er veel mensen nodig zijn in de sector, zegt Van der Hoorn: "Goede afspraken over het loon moeten wervend gaan werken voor iedereen die wil gaan komen werken in de zorg. We hebben tienduizenden nieuwe mensen nodig."

Werkdruk

Over de werkdruk in de zorgsector zijn volgens Van der Hoorn geen afspraken gemaakt. Wel over scholing en dat heeft een relatie met de werkdruk, zegt hij: "Elke instelling moet minstens 2 procent aan de loonsom besteden aan scholing. En als je goed geschoold bent kun je je vak goed uitoefenen en dan kan je ook beter omgaan met de werkdruk."

Dit voorjaar liepen de onderhandelingen in de zorg vast. Dat leidde tot kleine protesten, zoals handtekeningenacties.

Instemmen

Het akkoord is nog niet definitief. De vakbondsleden moeten nog instemmen met de nieuwe cao, maar de bonden leggen het met een positief advies aan hen voor. De cao geldt voor 400.000 mensen.