NOS NieuwsAangepast

Slag om ov in steden begonnen

Door redacteur mobiliteit Olof van Joolen

Het openbaar vervoer in de grote steden kan goedkoper, maar dan moeten de gemeenteraden wel hun wensen matigen en niet elke vijf jaar nieuwe bussen eisen. Ook kunnen ze dan niet vragen om 's ochtends vroeg of 's avonds laat zes trams per uur te laten rijden, ongeacht het aantal reizigers.

Dat stelt Dirk le Clercq, de directeur van de Haagse stadsvervoerder HTM. Hij reageert op de 120 miljoen euro aan bezuinigingen die het nieuwe kabinet de drie grote steden met een eigen openbaar vervoerbedrijf - Amsterdam, Rotterdam en Den Haag - oplegt.

Aanbesteden

De gedachte van het kabinet-Rutte I is dat de drie steden de korting kunnen terugverdienen door het vervoer in hun gebied aan te besteden. De stadsvervoerders vrezen voor een kaalslag in het gemeentelijke openbaar vervoer als de bezuiniging wordt doorgedrukt.

Voor Rotterdam houdt de maatregel zo'n 40 miljoen euro minder inkomsten in. Dat is meer dan de helft van de totale exploitatiebegroting van het vervoer in en rond de stad. Volgens vervoerder RET en wethouder Jeannette Baljeu zou zo'n korting alleen op te vangen zijn door te snijden in het lijnennet.

De klappen zouden vooral vallen bij de bussen. De metro en de trams zijn zo goed bezet dat die voor tachtig procent worden gefinancierd door de reizigers.

'Grote denkfout'

Directeur Pedro Peters van de RET stelt dat er "een grote denkfout" zit in de plannen van het kabinet. Het gaat volgens hem nog uit van het kostenniveau waarop de RET in 2004 zat. Dat was toen erg hoog, maar inmiddels heeft de vervoerder 50 miljoen euro bezuinigd.

Nog meer snijden zit er volgens Peters niet in en een andere vervoerder zal niet veel goedkoper kunnen werken, omdat wettelijk is vastgelegd dat een nieuwkomer al het materieel en personeel van de vorige moet overnemen. Ook kantoorpersoneel moet volgens die regel worden overgenomen. Het boeken van efficiencywinst is daarmee zo goed als onmogelijk.

Lastig parket

Politiek heeft het nieuwe regeerakkoord de verkeerwethouders in de drie grote steden in een lastig parket gebracht. Het zijn allen VVD'ers, die in meer of mindere mate laten merken ideologisch solidair te zijn met het nieuwe kabinet. Tegelijkertijd hebben ze inhoudelijk vraagtekens bij de bezuiniging.

Zo liet de Haagse wethouder Peter Smit weten de HTM het liefst te behouden, maar tegelijkertijd wil hij de marktwerking niet tegenhouden.

Algemeen geldt dat het nieuwe kabinet met de keuze voor een volledig vrije markt een duidelijk andere richting inslaat met het openbaar vervoer. Afgelopen jaren domineerde de gedachte dat openbaar vervoer een sociale voorziening is.

Beïnvloeding

Bovendien werd het openbaar vervoer gezien als een middel om de hele mobiliteit te beïnvloeden, bijvoorbeeld door een tramlijn naar een nieuwe wijk aan te leggen en mensen zo te ontmoedigen om de auto te gebruiken.

Het rechtse kabinet kiest nu meer voor openbaar vervoer dat zichzelf moet bedruipen. Levert een lijn onvoldoende op, dan kan hij worden geschrapt.

Kort geding

De komende weken proberen de vervoerders via het lobbycircuit hun punt te maken. Tegelijkertijd proberen de concurrenten de markt met juridisch geweld open te breken. Op 26 oktober dient een kort geding van Arriva, Veolia, Syntus en Connexxion tegen de stadsregio Amsterdam. Ze eisen dat de onderhandse gunning van het vervoer aan het GVB wordt teruggedraaid en dat zij mogen meedoen aan een nieuwe, open aanbesteding.

Voor de stadsvervoerders die dachten dat ze concurrentie blijvend buiten de deur hadden weten te houden, wordt het de komende maanden bijzonder spannend.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl