Betancourt: 'Haat is een gevangenis'
"Op een dag zat ik met mijn nek vastgebonden aan een boom. Er was een vreselijke storm en ik vroeg of ik mocht schuilen, maar dat mocht niet. Daar zat ik in de regen, als een hond. Minder dan een hond, want een dier zou je zoiets niet aandoen. Ik was alles kwijt, ik kon niet bewegen, kon met niemand praten. Ik kon niet eens plassen, niets."
"Ze hadden me alles afgenomen, behalve de vrijheid om te bepalen wat voor mens ik wilde zijn. En toen dacht ik: dit is het einde. Ik ben geen slachtoffer meer, maar een overlever. Dan gaat er een knop om in je hoofd en je ziet jezelf anders."
Ontsnappen
Zeseneenhalf jaar was Ingrid Betancourt de gevangene van de Colombiaanse rebellengroepering FARC. Ze was ontvoerd tijdens haar politieke campagne. Twee jaar geleden kwam een eind aan haar gijzeling, na een spectaculaire bevrijdingsactie door het Colombiaanse leger. En nu heeft ze een boek over haar gevangenschap geschreven.
"Ik wist dat ik nooit door de FARC zou worden vrijgelaten, dat er nooit over mij zou worden onderhandeld", zegt ze. "Ik was een trofee. Hoe langer ze mij hadden, hoe beter het was voor hen."
"Maar ik wist dat ik vrij zou komen. Ik probeerde meerdere keren te ontsnappen en het lukte me nooit, maar ik bleef herhalen: de volgende keer lukt het me."
Navelstreng
Het moeilijkst had Betancourt het toen ze in de krant las dat haar vader was overleden. "Ik las het in een krant die toevallig het kamp was binnenkomen. Daar stond het. Vreselijk. Om te denken dat hij weg was en ik niet bij hem had kunnen zijn, zo oneerlijk."
"Ik was boos. Op God, op het leven. Dat duurde lang. Ik kon een jaar lang niet slapen. Echt niet slapen."
Alleen de stem van haar moeder zorgde ervoor dat ze niet gek werd. Toen ze van de FARC een radiootje kreeg, luisterde ze elke ochtend om 5.00 uur naar de speciale radiozender waar boodschappen van familieleden werden uitgezonden. "Het was maar een boodschap van tien seconden, maar het was mijn navelstreng met het leven. Ik denk niet dat ik geestelijk gezond zou zijn gebleven als ik dat niet had gehad."
Voldaan
Betancourt zegt dat ze in de jungle besloot om haar gijzelnemers te vergeven. "Ik nam het besluit heel rationeel. Ik wilde geen verbitterd persoon worden, vol haat en wraakgevoelens. Dat zou een keten zijn. Haat is een gevangenis."
"Toen ze Jojoy twee weken geleden doodden, voelde ik geen voldoening, geen vreugde, niets. En hij was degene die verantwoordelijk was voor mijn ontvoering, die alles gepland had. Ik voelde me voldaan dat ik niet blij was met zijn dood. Dat betekende dat ik echt vrij was, want ik had iedereen vergeven."
Littekens
Dat wil overigens niet zeggen dat ze geen trauma heeft overgehouden aan haar gevangenschap. "Er blijven littekens. Ik ben nog voor veel dingen bang. Ik heb moeite om mensen te vertrouwen. Deuren moeten altijd dicht. Ik had zes jaar lang geen privacy, dus deuren sluiten is belangrijk voor me."
Dat weerhoudt haar er ook van in Colombia te gaan wonen. Ze verdeelt haar tijd nu tussen de VS en Frankrijk. "Ik hou van mijn land, van de mensen in mijn land", zegt ze zichtbaar aangeslagen. "Maar ik heb diepe wonden. Dat heeft zijn tijd nodig."
Ook haar oude beroep heeft ze vaarwel gezegd. "Ik vind het niet leuk meer. Politiek brengt het slechtste in mensen naar boven en ik wil gelukkig zijn. Er zijn zo veel andere manieren waarop je je land kunt dienen en helpen. Misschien wil ik ooit wel weer, maar nu is niet het moment."
Tanja Nijmeyer
Gevraagd naar die in Nederland zo beroemde FARC-guerrilla, Tanja Nijmeijer, zucht ze meewarig. Ze heeft haar nooit gezien, maar wel over haar gehoord. "Ik hoop dat ze niet vastzit. Als je eenmaal bij die organisatie hoort, kom je nooit meer los."
Wat is haar raad als Nijmeijer inderdaad gevangengehouden wordt? Moet ze dan proberen te ontsnappen, ook al kan dat haar dood betekenen? "Mijn advies: zoek de vrijheid. Er zijn dingen belangrijker dan het leven."
Zelfs aan de stilte komt een eind - Ingrid Betancourt - Balans - 9789460032325 - €19,95