Nederlandse doorbraak in biobrandstof
Door Bram Schilham, correspondent energie
Wetenschappers van de Universiteit Twente melden een doorbraak op het gebied van de productie van biobrandstof. Ze zijn er in geslaagd om van landbouwafval een olie te maken, die dezelfde eigenschappen heeft als ruwe aardolie. Daardoor kan de olie worden verwerkt in bestaande raffinaderijen, zoals die in Pernis.
De Universiteit Twente werkt samen met Europese partners in het onderzoeksproject BIOCOUP, dat zich richt op het ontwikkelen van de raffineerbare bio-olie. Ook Shell doet mee. Volgens de onderzoekers maakt de nieuwe techniek de weg vrij voor grootschalige productie van benzine, diesel en kerosine op basis van bio-olie. Over tien tot vijftien jaar zou 20 procent van de transportbrandstoffen daarmee kunnen worden gemaakt.
Pyrolyse
De bewerking gebeurt in twee fases. Eerst wordt plantaardige restmateriaal onder hoge druk en snelle verhitting omgezet in olie. Dit proces heet pyrolyse. Door vervolgens waterstof toe te voegen, wordt de pyrolyse-olie geschikt gemaakt voor bestaande raffinaderijen. Daarin zien de onderzoekers de grootste winst: de bestaande infrastructuur kan worden gebruikt om al vrij snel grote volumes van deze biobrandstof te maken.
Biobrandstof draagt minder bij aan uitstoot van broeikasgas en klimaatverandering. Het gaat bij deze nieuwe techniek om een brandstof van de tweede generatie: als grondstof worden reststromen uit de landbouw en de houtindustrie gebruikt. Er worden niet speciaal gewassen voor verbouwd. Daardoor is er geen verdringing van de voedselproductie en hoeft grootschalige winning niet ten koste te gaan van natuurgebieden.
Minder afhankelijk
Maar er zijn meer voordelen van het gebruik van landbouwafval voor de industriële productie van brandstof. Zo maakt de wereld zich minder afhankelijk van de klassieke oliestaten en kunnen nieuwe, agrarisch georiënteerde landen zich ontwikkelen tot leveranciers van een belangrijke grondstof die nu nog als afval ongebruikt blijft. De Twentse onderzoekers spreken zelfs van het ontstaan van "groene OPEC-landen".
De vervanger van aardolie is niet de enige stap op weg naar een grootschaliger productie van biobrandstof. Veel onderzoekers houden zich er mee bezig en ze bewandelen verschillende trajecten. Zo spraken onlangs twee wetenschappers van de Universiteit Wageningen de verwachting uit dat over tien jaar een fors deel van de brandstof wordt gemaakt van algen.
En DSM meldde ook een doorbraak: de ontwikkeling van een enzym dat volgens het bedrijf een hoofdrol kan gaan spelen bij de productie van minder vervuilende brandstof.