Keizerskop verdwenen uit museum Maastricht

In Maastricht is eind vorig jaar een marmeren kop van de Romeinse keizer Septimius Severus uit het Centre Céramique verdwenen. Het beeld behoorde tot de collectie van het Bonnefantenmuseum en werd tentoongesteld in een gang van het centrum.

Wanneer de kop precies is verdwenen, is onduidelijk. "We lopen niet iedere dag langs die vitrines", legt directeur Eric Wetzels. "We kunnen onmogelijk iedere vitrine iedere dag controleren."

De conservator hoorde in november dat de vitrine waarin het beeld stond, leeg was. Een bezoeker informeerde of de kop was verplaatst. "Op dat moment gingen bij ons alle alarmbellen."

De verdwijning is onder meer stilgehouden omdat eerst intern werd onderzocht of iemand van het museum er mee te maken had. Ook hoopte de verzekering dat het werk nog te koop zou worden aangeboden; media-aandacht had de kans daarop kleiner gemaakt.

Veiligheidsmaatregelen verscherpt

De vitrine was nog steeds op slot en er waren geen sporen van braak. Een interne zoektocht in verschillende depots leverde niks op, waarna in maart aangifte is gedaan. "Hadden we een gebroken vitrine gehad of een geforceerd slot, dan hadden we meteen aangifte gedaan."

Ook is de verdwijning van de marmeren kop van keizer Septimius Severus gemeld bij de internationale databank met vermiste kunst.

Na de verdwijning zijn de veiligheidsmaatregelen verscherpt. Andere waardevolle stukken uit de vitrine zijn verwijderd en het sleutelprotocol is bekeken en aangescherpt.

De kop is volgens Wetzels 23.000 euro waard.