NOS NieuwsAangepast

Werkgever: ik had geen reden voor twijfel

De 25-jarige Friezin die wordt verdacht van de doodslag op vier eigen baby's werkte in 2006 als stagiair en sinds 2008 als assistente in de tandkliniek van Gerrit Ike in Beetsterzwaag. Hij leerde de vrouw kennen als een fijne collega: accuraat, open, spontaan. Over haar zwangerschappen wilde de vrouw weinig kwijt, vertelt Ike in een gesprek met de NOS.

"Ze was in 2006 zwanger, maar ontkende dit. Omdat ik er toen niet met haar over kon praten, heb ik het maar laten rusten. Het contact is immers toch anders met stagiaires.

In 2008 heeft ze een contract van mij gekregen. Afgelopen maandag was ze twee jaar in dienst. In 2009 bleek ze weer zwanger. Vooral in de laatste maand van haar zwangerschap, dat was in de zomer van 2009, kon je het goed zien, zeker doordat mijn personeel redelijk strakke bedrijfskleding draagt. Patiënten feliciteerden haar met de zwangerschap. Tegen mij heeft ze in vertrouwen verteld dat ze draagmoeder was en haar kind na de bevalling af zou staan.

Ik geloofde haar. Ze is een vrolijk, spontaan, open meisje. Het paste wel bij haar karakter om draagmoeder te zijn. Ik heb bovendien geen moment getwijfeld in verband met haar thuissituatie. Ze woonde nog thuis bij haar ouders samen met haar jongere zusje. Haar oudere broer is al het huis uit.

Na haar bevalling is ze een kleine maand niet op haar werk verschenen. Toen ze weer begon, hebben we niet veel met haar over de adoptie gepraat. Ik heb haar even gevraagd of het heftig was. Toen antwoordde ze: 'Ja, natuurlijk.' Meer zei ze niet."

Recherche

"Ongeveer vijf weken geleden verscheen bij mij voor het eerst de recherche aan de deur. De rechercheurs stelden kritische vragen over de zwangerschappen en adoptie van mijn medewerker. Na dit verhoor ben ik op internet informatie gaan zoeken over een adoptieprocedure. Ik kwam er onder meer achter dat de rechter je uit de ouderlijke macht moet zetten. Er komt dus nogal wat bij kijken.

Nadat ik informatie had verzameld ben ik naar haar toegegaan. Ik heb haar gevraagd hoe de adoptie is verlopen. Ze vertelde dat het adoptiebureau alles had geregeld; ze hoefde alleen maar een handtekening te zetten. Bij mij gingen de alarmbellen rinkelen. Bij de recherche heb ik mijn twijfels geuit.

De eerste keer dat de recherche contact met haar opnam, was de eerste week van juli. Toen heb ik haar vrij gegeven. Ze was na afloop van het gesprek erg vrolijk en vertelde dat ze psychische hulp zou krijgen naar aanleiding van haar adopties."

Lijkjes

"Afgelopen woensdag had ze weer een afspraak met de recherche. Hier was ik van op de hoogte; rechercheurs hadden me dinsdagavond al laten weten dat ze haar op kritische wijze gingen ondervragen. Op woensdag heeft ze in de vroege ochtend nog gewerkt. Om kwart voor tien ging ze weg.

's Avonds had ik nog steeds geen assistente. Om vijf uur heb ik de recherche gebeld. 'Ze komt morgen niet naar haar werk', zeiden ze.

Donderdag ben ik gebeld door de recherche. Ze vertelden dat het foute boel was. De baby's waren niet geadopteerd. Ik kon maar beter een vacature gaan plaatsen voor een nieuwe assistente. Hierop gaf ik aan dat ik de volgende dag mijn personeel bij elkaar wilde roepen om te vertellen wat er aan de hand is. Ik kreeg te horen dat er lijkjes waren gevonden.

Vanmiddag heb ik om half één mijn personeel ingelicht. Iedereen reageerde verslagen. Ze was een fijne collega. Accuraat, open, spontaan. Ze had het vak echt in haar vingers. Daar wil je er wel tien van hebben, maar nu niet meer."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl